Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

FRAMO0156_0156_26439

Een sage (mondeling), 1975

Hoofdtekst

X: Maar heb je nooit alzo gehoord wat dat ze uitstaken, die heksen? Zo, verhaaltjes?A: Neen, neen. Dat heb ik nooit gehoord. Van mijn moeder dat ‘k nog gehoord heb dat ze vertelde dat er, als er een kind dood was of dood gegaan was, als zij in ’t huis geweest was van dat kind dat ziek was, dat dat kind stierf, omdat dat kind betoverd was. Dat heb ik nog gehoord van m’n moeder. Natuurlijk, ‘k was toen, ‘k ben geboren in 1900, ‘k was toen een klein mannetje né en ge vergeet dat al. Maar dat, dat onthoud heb ik nog. Pertang, van overtijd onthoud in nog veel wê, veel meer of van nu. Nu, ‘k ben een beetje vergeetachtig en dat zou uit mijn gedacht gaan. Allez, gauw, van overtijd, dat zou nog gebeuren dat dat uit mijn gedacht gaat. Maar dat heb ik nog horen zeggen ook. Dat er daar eentje woonde over Lesages (Spilstraat) en als ze toen… dat er daar een kind ziek geweest was en dat zij daar binnen gegaan was en dat ze dat kind betoverd had en dat dat kind doodgegaan was en dat was toen een toveres. En ze staken, die mensen staken ’t op dat wijf zonder te weten dat ’t waarheid was of niet. Wel ja.

Beschrijving

Als een bepaalde vrouw bij een kind op bezoek was geweest, en als het kind daarna ziek werd en stierf, dan geloofden de mensen vaak dat die vrouw het kind had betoverd.

Bron

F. Ramon, Leuven, 1975

Commentaar

west-vlaams (ieper)
3
Kindertijd van de informant
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Beselare    Beselare