Hoofdtekst
Daar moest ergens ene bediend worden. Dat was grootvader, dat was aan Zjanke en daar hoorde hij een bel gaan juist gelijk vroeger jaren als ze de mensen gingen bedienen. Dan was daar een misdienaar bij en die belde als ze iemand zagen en dan moest die op zijn knieën liggen hè. En die mens, die hoorde die bel en die wachtte en die legde hem langs de weg op zijn knieën. En daar komt een geestelijke langs hem door met de kommunie in zijn handen met een misdienaar bij met een lamp en alles. En die geestelijke had geen kop. Dat was een geestelijke zonder kop en die kwam langs hem door en die ging schoon over de weg en langs hem door en verder. Die ging zijn weg gelijk hij moest en die had geen kop.
Onderwerp
SINSAG 0403 - Die Geistermesse.   
Beschrijving
Een pastoor zonder hoofd kwam samen met een misdienaar spoken. Wanneer de misdienaar met het belletje rinkelde, moesten de omstaanders knielen.
Bron
W. Achten, Leuven, 1971
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
midden-limburgs
d'
Grootvader van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Genk