Hoofdtekst
AB: "Ik kan daarover een verhaal vertellen, dat mijn oma verteld heeft. Er was een vrouw in het dorp, die was... dat noem je een heks gewoon, in het Nederlands. Die geeft je couscous te eten... op een vrijdagavond geeft ze je dat, of op een middag - in een dorp maken ze de hele dag couscous... geeft ze couscous te eten. Bijvoorbeeld als een vrouw macht over de man wil hebben. Geeft ze couscous te eten. Dat de man gewoon niks zegt. De vrouw heeft gewoon alles in handen: wat er thuis moet gebeuren, wat er buiten moet gebeuren... Dan gaan ze 's nachts om twaalf uur, gaan ze naar het kerkhof. Dan gaat er eentje met een bezem rond de dinges heen..."
LdV: "Cirkelen?"
AB: "Vliegen. En dan gaan ze... dan zijn er spreuken die ze gaan vertellen, dus uh... in het Arabisch, ik weet niet waar het vandaan komt. Heeft ze dus eigenlijk van die joodse - hoe heet die stam? - uiteindelijk van... Want bij islam, die begint vanaf de joden tot en met... de islam is het einde geloof ik. Mozes was de enige bevoegde die met God kon praten, en ... [...] Verder met het verhaal. Dus gingen ze dat zeggen. Die dooie kwam uit het graf. En die ging met zijn handen over die schaal met couscous. Toen hebben ze zijn mond dichtgenaaid. Met het gebaar dat ze die man ook zijn mond dichtgenaaid hebben. Die bleven praten en die moest gebaren zeggen enzo totdat er een ster in..."
AA: "In zijn graf."
AB: "Ik weet niet of dat allemaal waar is, maar het is een verhaal van wat allemaal gebeurt. Dat soort dingen gebeuren. En toen is ze naar huis gegaan met die couscous. Als ze dat aan haar man zou geven, zou 'ie gewoon de rest van zijn leven niks meer zeggen. Maar die man die vertrouwde die vrouw niet helemaal. Die nacht is hij haar wezen volgen en hij had gekeken wat allemaal hadden gedaan enzo. Toen is 'ie weer naar huis gegaan en toen is 'ie gaan slapen. En die vrouw ging naast hem liggen. Toen zei ze van - ze probeerde hem uit of hij nog sliep - zegt ze van: '[...] Ik ben bang voor de kat.' Ook qua hekserij enzo. En hij zo tegen haar van: 'Ja, je bent wel bang voor die kat, maar niet bang voor de kerkhof waar je allemaal rotzooi uitspookt.' Vanaf toen heeft 'ie d'r... is 'ie gescheiden en moest ze weggaan."
(Verteld op 24 november 1999 in het volksbuurtmuseum Oud Lombok, te Utrecht)
LdV: "Cirkelen?"
AB: "Vliegen. En dan gaan ze... dan zijn er spreuken die ze gaan vertellen, dus uh... in het Arabisch, ik weet niet waar het vandaan komt. Heeft ze dus eigenlijk van die joodse - hoe heet die stam? - uiteindelijk van... Want bij islam, die begint vanaf de joden tot en met... de islam is het einde geloof ik. Mozes was de enige bevoegde die met God kon praten, en ... [...] Verder met het verhaal. Dus gingen ze dat zeggen. Die dooie kwam uit het graf. En die ging met zijn handen over die schaal met couscous. Toen hebben ze zijn mond dichtgenaaid. Met het gebaar dat ze die man ook zijn mond dichtgenaaid hebben. Die bleven praten en die moest gebaren zeggen enzo totdat er een ster in..."
AA: "In zijn graf."
AB: "Ik weet niet of dat allemaal waar is, maar het is een verhaal van wat allemaal gebeurt. Dat soort dingen gebeuren. En toen is ze naar huis gegaan met die couscous. Als ze dat aan haar man zou geven, zou 'ie gewoon de rest van zijn leven niks meer zeggen. Maar die man die vertrouwde die vrouw niet helemaal. Die nacht is hij haar wezen volgen en hij had gekeken wat allemaal hadden gedaan enzo. Toen is 'ie weer naar huis gegaan en toen is 'ie gaan slapen. En die vrouw ging naast hem liggen. Toen zei ze van - ze probeerde hem uit of hij nog sliep - zegt ze van: '[...] Ik ben bang voor de kat.' Ook qua hekserij enzo. En hij zo tegen haar van: 'Ja, je bent wel bang voor die kat, maar niet bang voor de kerkhof waar je allemaal rotzooi uitspookt.' Vanaf toen heeft 'ie d'r... is 'ie gescheiden en moest ze weggaan."
(Verteld op 24 november 1999 in het volksbuurtmuseum Oud Lombok, te Utrecht)
Beschrijving
Een vrouw wil via hekserij macht over haar man en wil hem tot zwijgen brengen. Ze gaat met een andere heks om middernacht met couscous naar het kerkhof en roept een dode op. De mond van de dode naait zij dicht. De couscous wil zij aan haar man te eten geven. De man is haar echter gevolgd en heeft alles gezien. Als de vrouw later in bed komt, zegt ze dat ze bang is voor de kat. De man antwoordt dat ze bang is voor de kat, maar niet voor hekserij op het kerkhof. De man zal spoedig scheiden van de vrouw en zij wordt verstoten.
Bron
bandopname interview (archief MI); interviewers: Theo Meder, Marie van Dijk, Louis Boumans, Lourina de Voogd
Commentaar
24 november 1999
Naam Overig in Tekst
Nederlands   
Arabisch   
Joods   
Mozes   
God   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21