Hoofdtekst
TM: "Ken jij ook zoiets?"
AC: "Ja, bij ons was het meer gewoon die... een soort zombie, ja. Gewoon in het Turks. Van bijvoorbeeld... Mijn moeder zegt: 'Je mag dat niet doen' hè? Bijvoorbeeld. En dan wil ik dat heel graag doen. En dan zeg je: 'Nee, dan krijg je die zombie voor je' zo. Haha. Dan ben ik altijd bang, en dan ga ik dat niet doen."
TM: "Ja. En die heet Üçü?"
AC: "Ja, Üçü ook wel, maar ook Cettal."
TM: "Hé! Hoe schrijf je dat? Weet je dat?"
HAO: "Hoe je het zegt."
AC: "Ja, hoe je het zegt."
TM: "Met een y of met een j?"
AC: "Nee, gewoon c e dubbel t en a l. Cettal."
TM: "Aha, nou, die kende ik nog niet."
Allen: "Hahaha."
TM: "Dus dat is een soort boeman, ofzo? Waar je als kind mee gewaarschuwd wordt van: die pakt je..."
AC: "Ja, mijn moeder die had dat... Ik weet niet. Bijvoorbeeld naar de zolder ofzo. Daar wilde ik eigenlijk naartoe; gewoon een beetje kijken wat daar allemaal zat. En dat mocht van mijn moeder nooit, omdat ik er een rotzooi van ging maken. Zegt ze altijd: 'Nou, dan kom je Cettal tegen.' En dan was ik altijd bang, haha."
MvD: "Dat was gewoon om jou bang te maken?"
AC: "Ja, ze zei het gewoon om mij bang te maken."
TM: "En had jij er zelf ook een voorstelling van? Want zij gaf net zo'n beschrijving van een vrouw met wild haar. Wat dacht jij daarbij?"
AC: "Ik dacht aan een beetje donker persoon. Een beetje eng. Ik weet niet. Gescheurde lippen ofzo. Ik weet niet. Hahaha."
(Op 15 december 1999 verteld in het Volksbuurtmuseum te Lombok, Utrecht)
AC: "Ja, bij ons was het meer gewoon die... een soort zombie, ja. Gewoon in het Turks. Van bijvoorbeeld... Mijn moeder zegt: 'Je mag dat niet doen' hè? Bijvoorbeeld. En dan wil ik dat heel graag doen. En dan zeg je: 'Nee, dan krijg je die zombie voor je' zo. Haha. Dan ben ik altijd bang, en dan ga ik dat niet doen."
TM: "Ja. En die heet Üçü?"
AC: "Ja, Üçü ook wel, maar ook Cettal."
TM: "Hé! Hoe schrijf je dat? Weet je dat?"
HAO: "Hoe je het zegt."
AC: "Ja, hoe je het zegt."
TM: "Met een y of met een j?"
AC: "Nee, gewoon c e dubbel t en a l. Cettal."
TM: "Aha, nou, die kende ik nog niet."
Allen: "Hahaha."
TM: "Dus dat is een soort boeman, ofzo? Waar je als kind mee gewaarschuwd wordt van: die pakt je..."
AC: "Ja, mijn moeder die had dat... Ik weet niet. Bijvoorbeeld naar de zolder ofzo. Daar wilde ik eigenlijk naartoe; gewoon een beetje kijken wat daar allemaal zat. En dat mocht van mijn moeder nooit, omdat ik er een rotzooi van ging maken. Zegt ze altijd: 'Nou, dan kom je Cettal tegen.' En dan was ik altijd bang, haha."
MvD: "Dat was gewoon om jou bang te maken?"
AC: "Ja, ze zei het gewoon om mij bang te maken."
TM: "En had jij er zelf ook een voorstelling van? Want zij gaf net zo'n beschrijving van een vrouw met wild haar. Wat dacht jij daarbij?"
AC: "Ik dacht aan een beetje donker persoon. Een beetje eng. Ik weet niet. Gescheurde lippen ofzo. Ik weet niet. Hahaha."
(Op 15 december 1999 verteld in het Volksbuurtmuseum te Lombok, Utrecht)
Onderwerp
TM 3402 - De kinderschrik   
Beschrijving
Als kinderen iets willen doen, dat van hun ouders niet mag, dan worden ze gewaarschuwd voor Üçü of Cettal.
Bron
bandopname interview in Volksbuurtmuseum Oud Lombok, 15 december 1999 (archief MI)
Commentaar
15 december 1999
De kinderschrik
Naam Overig in Tekst
Üçü   
Cettal   
Turks   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21