Hoofdtekst
Iedereen vertelde ervan up den hoek, van de Kattepit aan d’herberge ’t Sperregat, bij de Potteriehoek. ’t Wemelde daar van de katten, zwarte en grijsde, roste en blauwe, en hulder ogen gloeiden liljk karbonkels. Geen enen boever dorste daar nog passeren. Z’ontgingen ollemale de Kattepit, en z’haasten ulder ollemale om voor de donker thuus te zijn. Hoevele katten der zaten wiste niemand, en wat ze daar deden koste niemand zeggen.
Onderwerp
SINSAG 0333 - Spuktier erschreckt Wanderer (und begleitet ihn).   
Beschrijving
Bij de Katteput aan herberg 't Sperregat zaten altijd zoveel katten dat niemand er nog in de buurt durfde te komen. Niemand wist wat die katten daar deden.
Bron
M. Reynaert, Leuven, 1965
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (ieper)
174
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Sperregat ('t) (herberg in Beselare)   
't Sperregat (herberg in Beselare)   
Naam Locatie in Tekst
Beselare   
Plaats van Handelen
Katteput (Beselare)