Hoofdtekst
Diene framasson da was ne kerel man. Hij vroeg ne paster ot hij ging sterven maar d’er kwamen d’er tweeje van Gent bij hem en de paster moest nie binnen. Ze noemdigen hem den "Ouwen Neyrinck". Ot ’t kruise voorbij passeerdige op de zendinge, da was een kruise danze mee 6 lodders (mannen) moesten dragen, riept hij van uit zijn deuregat "Kruist hem, Kruist hem." Hij kreegt er geld voren omdat hij framasson was. Maar daarvoor moesten ze tekenen danze gene paster wildigen .
Beschrijving
Een framasson die op sterven lag, liet een pastoor komen. Er kwamen echter twee mannen uit Gent, die de pastoor niet in het sterfhuis wilden toelaten.
Wanneer het kruisbeeld tijdens de missie door zes mannen werd gedragen, riep de vrijmetselaar: "Kruisig hem, kruisig hem!" De framasson kreeg daar geld voor, maar hij moest wel schriftelijk beloven dat hij bij zijn dood geen pastoor zou willen.
Wanneer het kruisbeeld tijdens de missie door zes mannen werd gedragen, riep de vrijmetselaar: "Kruisig hem, kruisig hem!" De framasson kreeg daar geld voor, maar hij moest wel schriftelijk beloven dat hij bij zijn dood geen pastoor zou willen.
Bron
O. Mattheeuws, Leuven, 1963
Commentaar
3.2 Vrijmetselaars
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
450
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Knesselare   
Plaats van Handelen
Gent