Hoofdtekst
Mijn hoeve was kleine. Diene man die de naam had van iets te kunnen wilde altijd aan die wiege. Het kind begon te treuren. Ze hadden er alles mee gedaan, ten beterde niet. Bij zoverre dat vader naar Gent gereden is. Hij had brood en een dooske mee. Als hij thuis kwam zat er een spinnekop in het dooske. Ze hebben ze gedood. Diene man is daar nooit meer binnen geweest. Het kind is goed gekomen.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Op een kleine boerderij kwam altijd een tovenaar in de buurt van de wieg van het kind, waardoor het kind helemaal wegkwijnde. Uiteindelijk gng de boer naar Gent, waar hij brood en een doosje kreeg. Bij zijn thuiskomst zat er een spin in het doosje. Men heeft de spin gedood. Daarna is de tovenaar nooit meer in huis geweest en is het kind genezen.
Bron
M.-P. Kesteleyn, Leuven, 1964
Commentaar
2.2 Tovenaars
oost-vlaams (vlaamse ardennen)
377
memoraat
Naam Overig in Tekst
paters van Gent   
Gent (paters van)   
Naam Locatie in Tekst
Schorisse   
Plaats van Handelen
Gent