Hoofdtekst
II -Kledden dragen.9 G -Kledden, dat was een zekere doorgang, hier is ‘t er een mens doodgeschoten in ‘t gebuurte zo. Dat is, een wat verder is een tweewoonst en binst dat die man weg was op ‘t land of zo hé en die vrouw zat daar alleen met kinders hé en als ‘t zo valavond was hé dat was altijd, meestal een berenvel, een schaapvel of een geitenvel of zo ieverst (ergens) iets of van een koe die ze doodgedaan ôn (hadden) hé, ze deden dat over hun kop met oren en al op hé en zo gingen ze de mensen schou (bang) maken hé en als ze een tegenkwamen op de straat: “Hé, gij moet mij alginder dragen;” en hij sprong op die mens zijn rug en hij zei ... Dat is echt ze! Dat is echt, dat deden ze. Ik heb mijn vader dat dikwijls horen zeggen dan ze, ze kwamen zo een tegen en ze ôn (hadden) een stok bij heur (zich) en als ge niet wilde, gij stond daar weerloos, gij ôt (had) u daar niet aan verwacht hé en ze stonden u af te wachten bijvoorbeeld achter een boom.II -En ze springen daar met een keer voor u, ja.9 -Ze springen met een keer aan de kant hé.
Onderwerp
SINSAG 0252 - Plagegeist lässt sich tragen   
Beschrijving
In de buurt van Zottegem werd een man 's avonds besprongen door een grapjas die zich met een dierenvel als Kludde had verkleed.
Bron
C. De Winne, Leuven, 1999
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
oost-vlaams (groot-zottegem)
9G
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Grotenberge