Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

MNIJS0096_0096_19040

Een sage (mondeling), 1969

Hoofdtekst

’t Woaren dikkerst oede wuven die in huus kwaam. "Oh, wekke schoan kiendje!" zein ze. ’s Avends was da kiendje bestekt mè noalden en ’t schreemde. De paster belas da, ’t zweet liep achter ze nekke. ’t Kiendje gienk toch dood, want ’t was bestekt.

Beschrijving

Als men ergens een kindje had, kwam er vaak een oude vrouw op bezoek, die zei: "Wat een mooi kindje!" 's Avonds huilde het kindje dan omdat het vol naalden stak. Wanneer de pastoor het kind kwam overlezen, drupte het zweet langs zijn hals naar beneden. Het kindje stierf echter toch, want het was betoverd.

Bron

M.-R. Nijsters, Leuven, 1969

Commentaar

2.1 Heksen
west-vlaams (nw van houtland)
30.13
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Gistel    Gistel