Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

FBECK0302_0303_378 - De duivel als kaartspeler

Een sage (mondeling), 1947

Hoofdtekst

In Helm op de Spelef, daar kwamen elke avond vier kaartspelers bijeen, de koster, de schepen, Noben, het weverke en de baas uit de Helm. Op een keer was de schepen niet gekomen en toen zaten ze daar met drieën te hoeden en ze konden niet spelen. En hoe zijn oude spelers als ze hun trant niet hebben. Het weverke zei: 'Als we maar een vierde man hadden, al was het Jan ter duivel, we moesten toch kunnen spelen.' 't Woord was nog niet koud of daar kwam een lange 'tip' binnen met een zwart bokkebaardje. 'Ja mannen, aan 't kaaartspelen?' zei hij. En toen zeiden ze: 'Kunt ge? Wilt ge niet meedoen, één partij?' Hij kwam bij hen zitten en de kaarten werden gegeven en ze waren aan gang. De koster zat juist tegenover de vreemde en na een tijdje dacht hij: ''t Is toch gek hoe die speelt, 't is bijkans of de kaarten in zijn handen veranderen, die wint altijd.' En hij was zo nerveus dat hij een kaart liet vallen en toen hij 'hem' bukte om ze op te rapen, zag hij dat die kerel tegenover hem paardenvoeten had. Zo wit-dood als die muur sprong hij recht en hij 'keekde': 'Heilige Maria!' en toen riep de vreemde gast: 'In 't kaartspel moet die naam niet gebruikt worden' en hij gooide de kaarten op tafel en hij sprong door 't venster uit. En toen was het huis zo vol stank, puur solfer en pek, en dat konden ze niet uit het huis krijgen, daar hielp geen schuren en geen vegen aan. En alles was ook bedorven in dat huis, het eten, het bier en de drank. De knecht zei nog: ''t Is toch een schande die goeie drank te moeten weggooien.' Een bruine pater uit Holland is toen moeten komen en die heeft het huis overlezen en overal wijwater gesmeten. Hanke heeft me dat verteld toen ik klein was, dat manneke wist veel te vertellen en daar ging ik dikwijls zitten, ik zie hem nog voor me.

Onderwerp

SINSAG 0904 - Der vierte Mann. Teufel als Kartenspieler erkannt am Bocksfuss (Pferdefuss).    SINSAG 0904 - Der vierte Mann. Teufel als Kartenspieler erkannt am Bocksfuss (Pferdefuss).   

Beschrijving

In café de Helm op het Speelhof kwamen regelmatig vier mannen kaarten: de koster, de schepen, het wevertje Noben, en de baas van de Helm. Toen de schepen op een dag niet kwam opdagen, sprak Noben: "Hadden we maar een vierde man om te kaarten, zelfs al was het Jan de duivel." Zijn woorden waren nog niet koud of er kwam een grote man met een zwarte baard binnen. Omdat de vreemde man altijd won, werd de koster achterdochtig. Toen de koster zich bukte om een gevallen kaart op te rapen, zag hij dat de vreemde man paardenpoten had. De koster werd lijkbleek en riep verschrikt: "Heilige Maria!", waarop de vreemde antwoordde: "Tijdens het kaartspel mag die naam niet gebruikt worden", en hij stond recht en sprong door het raam naar buiten. Het café stonk naar zwavel en pek, en al het voedsel en de drank waren bedorven. Een bruine pater uit Holland heeft het café overlezen en alles met wijwater besprenkeld.

Bron

F. Beckers, Leuven, 1947

Commentaar

3.1 Duivels
zuid-limburgs
fabulaat
Het Speelhof is een plein in Borgloon.
Het verhaal werd aan de informant verteld door een zekere Hanke.

Naam Overig in Tekst

Maria (Heilige)    Maria (Heilige)   

Jan    Jan   

Noben    Noben   

Heilige Maria    Heilige Maria   

Helm (De) (café)    Helm (De) (café)   

De Helm (café)    De Helm (café)   

Speelhof    Speelhof   

Bruine Paters    Bruine Paters   

Naam Locatie in Tekst

Borgloon    Borgloon   

Plaats van Handelen

Holland    Holland   

Borgloon    Borgloon   

Speelhof    Speelhof