Hoofdtekst
- Ik kom vragen of u nog verhalen weet over heksen die vroeger verteld werden.Fons: De weet daar eigenlijk niet veel van. Toen ge gebeld hebt, heb ik al eens in de encyclopedie gekeken. Maar hekserij bestaat eigenlijk niet eh. Vroeger hadt ge vrouwen -want het werd meestal gezegd van vrouwen eh - die kapmantels aanhadden. En waren dat oude vrouwen die dan tegelijkertijd een stok bij hadden, dan zeiden ze vroeger: 'Dat is een heks.'Ik weet alleen maar - en ons Irene (de echtgenote) weet het ook - dat de moeder van Irene altijd zei dat als ze kwamen van Beringen, daar waren holle wegen, dat daar mensen zaten die een biet hadden uitgehold en daar een kaars hadden ingestoken. Om mensen schrik aan tejagen eh.- Maar ge kent niemand van in de buurt waarvan ze zeiden dat dat een heks was? Fons: Nee, die mensen zijn ouder eh. Vroeger werd dat wel gezegd hoor, maar ja. - Weet ge dan misschien waar heksen van beschuldigd werden vroeger?Fons: Soms zeiden ze ook 'er is een heks geweest' als er ergens iemand ziek was of zo. Maar er was ook veel ingebeeld. Er werden gewoon veronderstellingen gemaakt eh. Ze deden het dikwijls ook gewoon om elkaar te plagen. Ik heb er eigenlijk nooit echt bij stilgestaan, ik geloofde er niet in.
Beschrijving
Vrouwen die rondliepen met een kapmantel en een stok in de hand, werden vaak van hekserij verdacht.
Bron
F. Beerten, Leuven, 2003
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (groot-beringen)
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Koersel