Hoofdtekst
B: Heb je al een keer verteld van die parels?A: Ja;..B: …. Van die parels?A: En er is ook eens, nog voor de eerste oorlog, ja, m’n oudste broer Miel – heb je hem gekend? Te, te Mariettes.X: ja.A: Miel Masschelein.X: Miel Masschelein, ja.A: Hij was toen een jaar of zeventien, achttien jaar oud. En hij kwam de plaats op, de zondagavond. En ’t woei. En ’t kerkhof dat was afgedaan met grillie, ijzeren grillie (grille). Er staan daar enige mensen, zeggen ze: "Kijk daar, een doodkaars." "Wat is er daar?" "Een doodkaars, daar." Dat , ommekeer, dat blonk, dat was weer weg, dat blonk. Zegt Miel: "Ik ga een keer gaan kijken ernaar." Miel was lijk vader, stout. Hij kroop over de grillie (hekken) en hij loerde dat, hij kwam erbij, hij naderde, hij naderde tot dat hij erbij kwam. En dat was een kroon die aan een kruis hing. Van een zekere Henri Devlies was’t , ik weet het nog wel. En dat waren parels aan die kroon en van de wind wikkelde (bougeerde) dat en de maan scheen daarop. En de ene keer blonk dat en de andere keer niet. En hij trok het af, zegt hij: "’k Heb het. ‘k Heb ze mee, de toveres. Ge moet niet meer benauwd zijn. Ge moogt naar huis gaan."X: Zo licht, als ze iets zagen, er was altijd toverij mee gemoeid, of ze peinsden het.A: Ja, ja, en hij heeft toen nog zelf ook nog Miel, grote mensen hé. Er was daar, waar dat wij daar, waar dat Serruyske woont, wij hadden daar een put, een waterput. Hij is daar nog. En met een noteschulp, een okkernoot, hij deed daar olie in en een wiek en hij stak dat in brand en dat zwom op ’t water. Versta je’t. En de mensen die benauwd waren, die daar passeerden, er passeerden er niet veel, maar die passeerden, ze hadden een doodkaars gezien. En ze liepen zere weer weg. Zo simpel waren ze.X: Zo simpel, ja, en zo geloven…A: Ja, zo bijgelovig hé, zo bijgelovig. Ja, hier overtijd, ja, we hebben onze stoet gezien en we zien hem alle jaren. ’t Is al weer al van bijgelovig hé. Heel bijgelovig hé.X: Van vroeger.A: Van vroeger. Dat dat niet gelooflijk was hé algelijk.X: Maar hoe kwam het dat ze zeien: "Beselare, toveresseparochie?"A: Ah ja, dat er hier toen veel waren. De mensen geloofden daarin en dat was hier lijk, hoe zou ‘k zeggen, een depot. Beselare was lijk een depot. Ja dat was al toveressen op Beselare.B: Ja, als ze entwasen een aardig wijveke zagen ze zeien: "’t Is een toveres".A: Als ze een aardig, lelijk, krom wuveke gezien hadden, ze zeien: "’t Is een toveres." ’t Waren misschien de domste te Beselare die ’t meest geloofden. ‘k Weet het niet. Maar dat was de toveresseparochie. Voor de oorlog van ’14, ik ging een keer naar Brugge met m’n velo. M’n oudste zuster was daar maarte. Zegt m’n moeder tegen me met Sinksen kermis: "Loopt een keer met een koek naar Marie", m’n zuster. Ik rij naar Brugge met m’n velo. Als ik tussen Torhout en Brugge kom, ik ga daar in in een herberg en ‘k vraag een limonade. Zegt daar een bazin: "Gij zijt van hier niet. ‘k Hoor het aan je klappen." Ik zeg: "Nee, van Beselare." "Van de toveresseparochie", zei ze. ’t Was tegen Brugge.X: Dat het zo bekend was eigenlijk.A: Ja ’t was voor ’14 dat ik zeg. ’t Was misschien ’12 of ’13, ‘k kan dat niet zeggen. Ja, al zo rap of dat ik zei: "Van Beselare", zei ze: "Van de toveresseparochie."X: ’t was er lijk mee verbonden, gauw.A: Ja, ja.X: Als je zei: "Beselare", ’t moesten toveressen zijn. Maar dat waren al oude, lelijke mensen waarschijnlijk?B: Ja, ja.A: Oud en lelijk en meest vrouwvolk wê, meestal vrouwvolk hé.B: Die aardig aangedaan waren en al zulks, ’t was een toveres, zeien ze.
Beschrijving
Enkele mensen meenden op het kerkhof van Beselare een doodkaars te zien. Een dappere man kroop over het hek om te kijken wat er aan de hand was. De 'doodkaars' was het maanlicht dat scheen op de parels van een grafkroon die aan een kruis hing.
De mensen waren vroeger erg bijgelovig. Beselare stond bovendien bekend als 'toveresseparochie'.
De mensen waren vroeger erg bijgelovig. Beselare stond bovendien bekend als 'toveresseparochie'.
Bron
F. Ramon, Leuven, 1975
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
west-vlaams (ieper)
4
Vóór WOI
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Beselare   
Plaats van Handelen
Beselare