Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

VODA_043_16

Een sage (mondeling), woensdag 25 juli 1973

Hoofdtekst

Dhr. Janssen: Ik zeg daar is een spreekwoord hier in Limburg, dat is eigenlijk een Duits spreekwoord, dat komt van over de grens, want dat is ook geen Limburgs dialect en ook geen Kerkrade, waar ze veel Duits spreken. Dat luidt: Waar.. Woh kohlen liegen en eiken wachs, dao woont ouch luu die daobie pas.
Wat wil dat zeggen? Dat wil zeggen dat mensen die niet van deze streek zijn, daar wil ik niet mee zeggen dat die hier niet passen in die streek, maar die begrijpen deze streek niet. Wij begrijpen verrek weinig van de scheepvaart. Wij begrijpen ook weinig van de visvangst en het IJsselmeer, en de Noordzee, de visser begrijpen wij niet. Dus ik ben geen afbreuk aan het doen aan boven-de-Moerdijkers, in tegendeel. Maar hier dat Limburgs en de mijnstreek is mijn inziens iets specifieks apart voor.. wat bij deze streek hoort. En zo is het ook met de overleveringen. En zo is het met de fabeltjes die men vertelt.. die.. die men hoort vertellen. En zo is het wat uw collega me vroeg over die zogenaamde mijngeest, waar wij gewoon zeggen berggeest, de koelgeest. En als je dat op zich Limburgs gaat vertellen, dan verstaan het de Nederlanders niet. En het slaat ook niet in. Als wij iets vertellen uit de mijn dan moet dat mijn inziens zijn op zich bepaald Limburgs dialect. Of dat nou Kerksraads is, of Hoensbroeks is, of Geleens dialect is, of van langs de Maas is. Maar dat spreekt dat aan. Daar wou ik mijn verhaal mee beginnen. En […?]
Als je in de twintiger jaren, zoals ik in 1924 begon met werken ondergronds als jonge kerel van 16 jaar, dan werd je pas mitgelied, mede-mijnwerker, als je de koelstamp gekregen had. En wat is nou enne koelstamp? Dan werd je door ouwere mijnwerkers, houwers, moest je op de vloer gaan liggen, dit wil zeggen op het liggende, dus in de mijn op de grond, als ik het zo mag zeggen, en dan hielden ze je een panschop, dat is een hele grote kolenschop, op de kont, en dan kwam een van de flinkste kerels, die sloeg dan met die zware hamer op, en dan was je dus zogenaamd de koelstamp, en dan was je gedoopt, en dan was je mede-mijnwerker, dan was je opgenomen.
?: Hebben we het nou op?

Onderwerp

TM 3118 - De Berggeest (het mijnspook)    TM 3118 - De Berggeest (het mijnspook)   

Beschrijving

De kolenmijnen zijn iets typisch Limburgs en je moet er eigenlijk ook over vertellen in Limburgs dialect, bijvoorbeeld over de mijngeest of berggeest of koelgeest.
Je was pas een echte mijnwerkers wanneer je de koelstamp had gehad. Je moest op de grond gaan liggen in de mijn en er werd een grote kolenschep op je kont gelegd waar een van de oudere mijnwerkers vervolgens flink met een zware hamer op sloeg.

Bron

Radio-uitzending Vonken onder de As (NOS)

Motief

F456 - Mine spirits.    F456 - Mine spirits.   

Commentaar

- Dhr. Janssen vertelt in één van zijn verhalen dat hij in staatsmijn Maurits heeft gewerkt. Daarom Lutterade, Geleen aangehouden als plaats.
- Datum van opname is onbekend. De opgegeven datum is hoogstwaarschijnlijk de datum waarop het verhaal is uitgezonden op de radio. Het verhaal zal dan vóór 25 juli 1973 zijn opgenomen.

Naam Overig in Tekst

Duits    Duits   

Kerkraads    Kerkraads   

boven-de-Moerdijkers    boven-de-Moerdijkers   

Nederlanders    Nederlanders   

Hoensbroeks    Hoensbroeks   

Geleens    Geleens   

Naam Locatie in Tekst

Limburg    Limburg   

Kerkrade    Kerkrade   

de Noordzee    de Noordzee   

de Moerdijk    de Moerdijk   

de Maas    de Maas