Hoofdtekst
Nu biddic elken ende rade,
Dat niemen en versmade
2265 Brandaens avontuere,
Die hem dicke wart te zuere,
No en segghe no daer over houde
Dat loghene wesen soude,
Want het leedt bescreven in lattijne
2270 In meneghen clooster fine
Ende in menegher goeder stede,
Daer ment hout in werdicheden,
Want God toochde hem besondere
Van sinen heymeliken wondre
2275 Die Spieghele houdes ooc orconden.
Elc claghe sine zonden
Den goeden Sente Brandane
Den Gods onderdane,
Dat hi altoos ende heden
2280 Voor ons allen moete beden.
Dies en moet hi niet vergheten,
Want hi tparadijs heeft bezeten;
Dies moeten hooren Xps onse Heere
Dor siere liever moeder eere!
AMEN AMEN.
Dat niemen en versmade
2265 Brandaens avontuere,
Die hem dicke wart te zuere,
No en segghe no daer over houde
Dat loghene wesen soude,
Want het leedt bescreven in lattijne
2270 In meneghen clooster fine
Ende in menegher goeder stede,
Daer ment hout in werdicheden,
Want God toochde hem besondere
Van sinen heymeliken wondre
2275 Die Spieghele houdes ooc orconden.
Elc claghe sine zonden
Den goeden Sente Brandane
Den Gods onderdane,
Dat hi altoos ende heden
2280 Voor ons allen moete beden.
Dies en moet hi niet vergheten,
Want hi tparadijs heeft bezeten;
Dies moeten hooren Xps onse Heere
Dor siere liever moeder eere!
AMEN AMEN.
Beschrijving
De verhalen van Brandaan zijn waar, want het reisverslag ligt in vele kloosters en is bovendien ook in het Latijn geschreven.
Bron
E. Bonebakker (ed.), Van Sente Brandane, naar het Comburgsche en het Hulthemsche handschrift. Amsterdam, 1894.
Commentaar
1380-1425
De indeling van de tekst is overgenomen uit: De reis van Sint Brandaan. Een reisverhaal uit de twaalfde eeuw, W. Wilmink (vert.) en W.P. Gerritsen (inl.). Amsterdam, 1996.
Naam Overig in Tekst
Brandaen   
[Brandaan]   
God   
Latijn   
Spiegel   
[Spiegel historiael]   
Xps onse Heere   
[Christus]   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20