Hoofdtekst
Vier vrouwen wouwen uit wandelen gaan
al in de klaverweide.
Daar zagen ze vier ruiten staan.
De boeren kwamen erbij.
De boeren wouwen met schoppen graven.
Schoppen wouwen de heren plagen.
De heren lachen van harte zo blij.
Toen kwamen de vier advokaten erbij.
(rijmpje bij 't kaartspelen)
al in de klaverweide.
Daar zagen ze vier ruiten staan.
De boeren kwamen erbij.
De boeren wouwen met schoppen graven.
Schoppen wouwen de heren plagen.
De heren lachen van harte zo blij.
Toen kwamen de vier advokaten erbij.
(rijmpje bij 't kaartspelen)
Beschrijving
Vier vrouwen wouwen uit wandelen gaan
al in de klaverweide.
Daar zagen ze vier ruiten staan.
De boeren kwamen erbij.
De boeren wouwen met schoppen graven.
Schoppen wouwen de heren plagen.
De heren lachen van harte zo blij.
Toen kwamen de vier advokaten erbij.
(rijmpje bij 't kaartspelen)
al in de klaverweide.
Daar zagen ze vier ruiten staan.
De boeren kwamen erbij.
De boeren wouwen met schoppen graven.
Schoppen wouwen de heren plagen.
De heren lachen van harte zo blij.
Toen kwamen de vier advokaten erbij.
(rijmpje bij 't kaartspelen)
Bron
Corpus Jaarsma, verslag 881a, verhaal 2
Commentaar
20 september 1971
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21