BOEKV054

Een vader en moeder hebben een eenigst dochtertje; maar, o ongeluk! het kind breekt haar been en dit moet worden afgezet. Vader is schatrijk en houdt zielsveel van zijn dochtertje en geeft haar dus een gouden beentje. Het kind is er dolblij mee, maar heel lang plezier heeft zij er niet van, want ze wordt ziek en sterft. Terwijl het kind in het kistje ligt, komt de meid en neemt stilletjes het gouden beentje weg. Het dochtertje wordt dus begraven zonder het beentje.
Een poos daarna gaan vader en moeder en de meid uit wandelen en zij komen langs het graf van het dochtertje. Daar hoort vader een klagende stem en herkent die. Hij gaat dus naar het grafje toe en hoort dat de stem zegt: "Me goud beentje! Me goud beentje!" "Wie heb dat, lief (1)?" zegt vader en de stem antwoordt: "De meid." Dan gaat hij naar de anderen terug en zegt tegen zijn vrouw dat zij ook eens op het grafje moet gaan staan. Ook moeder hoort weeklagen: "Me goud beentje! Me goud beentje!" en zegt: "Wie heb dat, lief?" en de stem antwoordt weer: "De meid." Dan moet de meid op het graf gaan staan en het dochtertje roept met een akelige holle stem: "Me beentje! Me beentje!" De meid vraagt: "Wie heb dat, lief?" "Jij!" roept de verteller dan met stemverheffing, zoodat de luisterende kinderen opspringen van schrik.

1. lieveling

AT 0366 - The man from the gallows    AT 0366 - The man from the gallows   

ATU 0366 - The Man from the Gallows.    ATU 0366 - The Man from the Gallows.   

Meisje wordt begraven met haar gouden been, maar de meid steelt het. Als ze bij het graf komen, roept een stem uit het graf om haar been en beschuldigt de meid.

G.J. Boekenoogen 'Nederlandse sprookjes en vertelsels' in: Volkskunde 15 (1903), p. 228 N°43 var.

eind 19e eeuw

Vgl. cboek171

The man from the gallows & AT 0780: The Singing Bone

2013-03-01 14:46:20