Hoofdtekst
Van een trouwen hond.
Er was ereis een kastelein, een gemeene kerel, die vermoordde ieder die er kwam slapen en bestal ze dan. Maar de buitenwacht wist het natuurlijk niet, want hij had altijd gezorgd dat hij niet gesnapt werd.
Nou was er een koopman waar hij al lang op loerde, maar dien hij niet te pakken kon krijgen omdat hij altijd zoo'n gevaarlijken hond bij zich had. Hij had al dikwijls geprobeerd om dien hond te koopen; dat lukte evenwel niet. Maar de aanhouder wint en eindelijk was de kastelein baas van het beest.
'I'oevallig kwam de koopman daarop in een jaar of vier niet in de herberg terug. Maar toen kwam hij dan toch.
Nou, hij ging te bed. Toen hij goed en wel lag kwam de kastelein in de kamer en wou hem vermoorden. Maar de andere was ook niet malsch en ze begonnen te worstelen, waarbij de koopman het eindelijk won. Toen riep de kastelein de hond, zooals hij gewoon was te doen als hij een reiziger alleen niet mannen kon. Het beest vloog op zijn vroegeren baas aan, maar deze riep hem bij zijn naam en zei: "Koest, Zwartkam, pak ze!" Toen veranderde het tooneel; de hond viel den kastelein aan en redde zoodoende zijn ouden baas.
Er was ereis een kastelein, een gemeene kerel, die vermoordde ieder die er kwam slapen en bestal ze dan. Maar de buitenwacht wist het natuurlijk niet, want hij had altijd gezorgd dat hij niet gesnapt werd.
Nou was er een koopman waar hij al lang op loerde, maar dien hij niet te pakken kon krijgen omdat hij altijd zoo'n gevaarlijken hond bij zich had. Hij had al dikwijls geprobeerd om dien hond te koopen; dat lukte evenwel niet. Maar de aanhouder wint en eindelijk was de kastelein baas van het beest.
'I'oevallig kwam de koopman daarop in een jaar of vier niet in de herberg terug. Maar toen kwam hij dan toch.
Nou, hij ging te bed. Toen hij goed en wel lag kwam de kastelein in de kamer en wou hem vermoorden. Maar de andere was ook niet malsch en ze begonnen te worstelen, waarbij de koopman het eindelijk won. Toen riep de kastelein de hond, zooals hij gewoon was te doen als hij een reiziger alleen niet mannen kon. Het beest vloog op zijn vroegeren baas aan, maar deze riep hem bij zijn naam en zei: "Koest, Zwartkam, pak ze!" Toen veranderde het tooneel; de hond viel den kastelein aan en redde zoodoende zijn ouden baas.
Beschrijving
Een kastelein had de gewoonte om de gasten in zijn herberg te vermoorden en te beroven. Bij een gast lukte dat niet omdat hij een gevaarlijke hond bij zich had. Telkens probeert de kastelein de hond te kopen, en uiteindelijk verkoopt de man de hond, maar hij komt daarna zo'n vier jaar niet meer in de herberg logeren. Als de man eindelijk weer in de herberg komt, wil de kastelein hem vermoorden. Hij valt de man aan, maar de man wint de worsteling. De kastelein roept de hond. De hond valt zijn oude baas aan, totdat deze roept: "Koest, Zwartkam, pak ze". Daarop valt de hond de kastelein aan, en helpt aldus toch zijn oude baas weer.
Bron
G.J. Boekenoogen 'Nederlandse sprookjes en vertelsels' in: Volkskunde 18 (1906), pp. 96-97 N°94
Commentaar
[2 oktober] 1901
vgl. CBAK0228
Naam Overig in Tekst
Zwartkam   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20