Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

BOEKV127 - Van den als vrouw verkleeden roover. B.

Een sprookje (), 1903

Hoofdtekst

Van den als vrouw verkleeden roover. B.

Er was eens een boer die erg gastvrij was en waar ieder vreemdeling 's nachts logies kon krijgen. Zoo kwam er eens een huzaar, en een poos later ook een vrouw met een heel ongunstig uiterlijk. De huzaar vertrouwde haar niet en besloot toen de proef te nemen door een appel te laten vangen. Doordien de gewaande vrouw de beenen toekneep, bleek het dat het werkelijk een man was. De soldaat liet niets merken, maar ging niet te bed en maakte een strooien pop van zijn kapotjas. Hij zelf hield zich schuil.
's Nachts stond de vrouw op en ging eerst naar den huzaar. Toen doorstak ze de pop en zei: "Zie zoo, jij hebt genoeg: jij zult me geen kwaad doen." Maar toen kwam de huzaar voor den dag en zei: "Dat is mis, maat!" en kloofde den kop van den moordenaar. Zoo waren hij en de boer gered.

Onderwerp

VDK 0958G* - De appelvangproef    VDK 0958G* - De appelvangproef   

ATU 0958F* - Test of Sex: Catching an Apple.    ATU 0958F* - Test of Sex: Catching an Apple.   

sinVDK 0958G* - Die Fangprobe    sinVDK 0958G* - Die Fangprobe   

Beschrijving

Een huzaar krijgt onderdak bij een vriendelijke boer, die altijd iedereen laat overnachten. Er komt ook een vrouw; de soldaat wantrouwt haar vanwege haar verdachte uiterlijk, en hij waarschuwt de boer. Ze nemen de proef op de som. Als de vrouw een appel toegeworpen krijgt, knijpt ze bij het vangen de benen toe zoals een man dat doet. Uit voorzorg legt de soldaat zijn jas gevuld met stro in bed en wacht af. 's Nachts steekt de als vrouw verklede man de pop. Dan springt de soldaat tevoorschijn en klieft de kop van de verklede man met zijn sabel.

Bron

G.J. Boekenoogen 'Nederlandse sprookjes en vertelsels' in: Volkskunde 19 (1907-1908), pp. 26-27 N°100B

Commentaar

1903
[Informant uit Uitdam (roeier)]
vgl. CBAK0354
De appelvangproef

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20