Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

CLUCHT018

Een mop (kluchtboek), 1554

Hoofdtekst

Die .XVI. cluchte.

Diesgelijcken dede oock een sot. Daer was een die guycgelen woude ende op een coorde gaen, want hi hadde veel gelts daer af van die toesienders ontfangen. Op eenen tijt woude hi der gemeynten tot eenen adieu een meesterstuck om niet bedryven. Hy spande die coorde over de strate van den eenen huys in d'ander. De guycgelaer bedreef sine bootsen ende spranc op die coorde. Immers quam 't dat hi hem oversach, dat hy af viel ende hem seer quetsten. Ende alle dat volck lachten ende begecten hem daer toe, uutgenomen eenen sot, die oock daer stont ende seer weenden. Men seyde tot hem: 'Hoe coemt dat, dat alle die weerelt lacht ende ghy weent?' 'Ja,' seyde hi, 'en soude ic niet weenen! Men heet my een sot, nochtans ben ick wijser dan die is. God heeft den menschen dat aertrijck gegeven, dat hi daer op soude gaen, ende die man wil in den locht gaen. Daerom ween ick.'

Beschrijving

Een koorddanser die veel geld met optreden heeft verdiend, geeft een gratis voorstelling, waarbij hij doodvalt. Iedereen lacht behalve een nar, die huilt. Desgevraagd antwoordt hij dat God de mens de aarde gegeven heeft om daarover te lopen, en niet de lucht om daardoor te vliegen.

Bron

H. Pleij, J. van Grinsven, D. Schouten & F. van Thijn: Een Nyeuwe Clucht Boeck. Een zestiende-eeuwse anekdotenverzameling. Muiderberg 1983.

Commentaar

1554
Bron: Pauli, Schimpf und Ernst 40.

Naam Overig in Tekst

God    God   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:22