Hoofdtekst
Van grooten eters.
Die .CXLIII. cluchte.
FRANCISCUS, een hertoch van Melanen, hoorde segghen van eenen grooten eter, met name SIFRONIUS VAN AST. Dese noode hy te gast. Als dese vier ghebraden cappoenen, vier velthoenderen, veertich eyeren, een pont out caes ende veel anders gheten, ende die vorst hem toeghesien hadde, als hy wech ghinck, danckte hy den vorst ende seyde: 'Grootmachtighe heer, ick bidde u dat ghij 't my vergheven wilt dat ick nu niet soe eetachtich gheweest en ben ghelijck ick wel syn mochte. Ick en ben dese nacht niet wel te passe gheweest, maer op een ander tijt wil ick se verbeeteren.'
Die .CXLIII. cluchte.
FRANCISCUS, een hertoch van Melanen, hoorde segghen van eenen grooten eter, met name SIFRONIUS VAN AST. Dese noode hy te gast. Als dese vier ghebraden cappoenen, vier velthoenderen, veertich eyeren, een pont out caes ende veel anders gheten, ende die vorst hem toeghesien hadde, als hy wech ghinck, danckte hy den vorst ende seyde: 'Grootmachtighe heer, ick bidde u dat ghij 't my vergheven wilt dat ick nu niet soe eetachtich gheweest en ben ghelijck ick wel syn mochte. Ick en ben dese nacht niet wel te passe gheweest, maer op een ander tijt wil ick se verbeeteren.'
Beschrijving
Een hertog nodigde eens een grote eter bij hem uit. Deze at vier gebraden hanen, vier veldhoenderen, veertig eieren, een pond oude kaas en nog veel meer. Toen de man wegging, verontschuldigde hij zich omdat hij niet zo veel gegeten had als hij normaal doet. Hij beloofde het een andere keer goed te maken.
Bron
H. Pleij, J. van Grinsven, D. Schouten & F. van Thijn: Een Nyeuwe Clucht Boeck. Een zestiende-eeuwse anekdotenverzameling. Muiderberg 1983.
Commentaar
1554
Bron: Pauli, Schimpf und Ernst 249.
Naam Overig in Tekst
Franciscus   
Melanen   
Sifronius van Ast   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:22