Hoofdtekst
Die .CL. cluchte.
Wy lesen van S. MARTINS als hy op eenen tijt te PARIJS met sommige priesters uut ginck, ontmoete hem eenen wagen met wijn wel swaer geladen. Ende die voerman, omdat hy noyt te PARIJS geweest en was, en wist niet hoe na oft verre dat hi noch daer af was ende vraechde hem: 'Lieve heeren, sal ick noch wel te Parijs binnen comen?' want het teghen avont was. S. MARTEN seyde: 'Vaert gy ghoelijck, soe coemt ghy noch wel daer, maer rijdt ghy seer, soe en coemt ghi desen avont daer niet.' Dye voerman wert gram ende dreef die peerden ende seyde: 'Ick meyne dat dye papen droncken syn. En soude ick niet eer daer comen dat ick seer vaer dan langsaem?' Ende als hi so jaechde, so brack hem een rat, also dat hi een ander moesten halen, ende en quam dien dach te PARIJS niet. Doen sach hy dat hem die man die waerheyt geseyt hadde. Het is een spreecwoort 'Haesticheyt en dede noyt goet.', ende wederom een ander 'Als yet van noode is, soe gatet alderminst voort.' Wil yemandt haestelijck een slot opsluyten, soe en can hy dat gat niet vinden.
Wy lesen van S. MARTINS als hy op eenen tijt te PARIJS met sommige priesters uut ginck, ontmoete hem eenen wagen met wijn wel swaer geladen. Ende die voerman, omdat hy noyt te PARIJS geweest en was, en wist niet hoe na oft verre dat hi noch daer af was ende vraechde hem: 'Lieve heeren, sal ick noch wel te Parijs binnen comen?' want het teghen avont was. S. MARTEN seyde: 'Vaert gy ghoelijck, soe coemt ghy noch wel daer, maer rijdt ghy seer, soe en coemt ghi desen avont daer niet.' Dye voerman wert gram ende dreef die peerden ende seyde: 'Ick meyne dat dye papen droncken syn. En soude ick niet eer daer comen dat ick seer vaer dan langsaem?' Ende als hi so jaechde, so brack hem een rat, also dat hi een ander moesten halen, ende en quam dien dach te PARIJS niet. Doen sach hy dat hem die man die waerheyt geseyt hadde. Het is een spreecwoort 'Haesticheyt en dede noyt goet.', ende wederom een ander 'Als yet van noode is, soe gatet alderminst voort.' Wil yemandt haestelijck een slot opsluyten, soe en can hy dat gat niet vinden.
Beschrijving
Sint Maarten kwam eens een man tegen die zijn wagen volgeladen had met wijn. Hij wilde er die avond nog mee in Parijs komen. Sint Maarten zei hem, dat hij die dag wel in de stad zou komen als hij rustig reed, maar niet als hij snel reed. De man werd boos en vond dat er niets van klopte. Hij zette de vaart erin, maar toen brak er een wiel af, waardoor hij een nieuw moest gaan halen. Hij zag toen in, dat Sint Maarten gelijk had: haastige spoed is zelden goed.
Bron
H. Pleij, J. van Grinsven, D. Schouten & F. van Thijn: Een Nyeuwe Clucht Boeck. Een zestiende-eeuwse anekdotenverzameling. Muiderberg 1983.
Commentaar
1554
Bron: Pauli, Schimpf und Ernst 255
Naam Overig in Tekst
S. Martins   
Sint Maarten   
Naam Locatie in Tekst
Parijs   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:22