Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

OVER0151

Een mop (boek), derde kwart 17e eeuw

Hoofdtekst

Joost van Leeuwen discoureerde in de Leijdsche schuyt met juffer van Wijck, van het vrouwelijck geslagt. 'Jae', seyde Joost, de Schrift seyt erof dat de wijsheyt in een vrouw eveleens was als een degen in de handen van een dolle man.' R. 'Het kan wel waer wesen, maer ick weet niet dat ick dat oyt gelesen hebbe.' R. 'Het staet er wel degelijck, en wil j'er op wedden, ick sal het u bewijsen.' R. 'lck geloof het wel. mijnheer. ' R. 'Je doet warachtig wel dat ghij het gelooft, ick sweer je dat ick anders soude moeyte gehadt hebben om het u te bewijsen.'

Beschrijving

Joost en juffrouw van Wijck hadden het over het vrouwelijk geslacht. Volgens Joost stond er in de bijbel dat de wijsheid in een vrouw gelijk was aan een degen in de handen van een dolle man. Juffrouw van Wijck zei dat ze zich niet kon herinneren dat ooit gelezen te worden. Joost zei dat hij het haar zou bewijzen, en dat het er wel degelijk stond. Van Wijck zei toen dat ze het wel geloofde. Daar was Joost blij om, want hij zou het anders maar moeilijk hebben kunnen bewijzen.

Bron

Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.

Commentaar

Derde kwart zeventiende eeuw

Naam Overig in Tekst

Joost van Leeuwen    Joost van Leeuwen   

Leijdsche schuyt    Leijdsche schuyt   

Van Wijck    Van Wijck   

de Schrift    de Schrift   

Naam Locatie in Tekst

Leiden    Leiden   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20