Hoofdtekst
De heer van Zuijlichem quam een schilder besoecken dien hij seer besig vondt, soodat hij ging sitten en in langen geen woordt en sprack. R. 'Hoe, heer van Zuijlichem, hoe dus stil?' R. 'De verbaestheyt had mij flus den mond geslooten.' R. 'Wat wasser dan te doen?' R. 'Een mirakel dat ick hier sag was daer oorsaeck van.' R. 'Hier, mijnheer?' R. 'Ja, want wie heeft oyt gesien dat twee esels niet meer als 5 beenen samen uytmaken?'
Beschrijving
De heer van Zuijlichem was eens bij een schilder op bezoek. Deze was zeer druk bezig, en Van Zuijlichem hield zich stil. Op een gegeven moment vroeg de schilder waarom hij zo stil was. Van Zuijlichem antwoordde dat hij verbaasd was dat twee ezels samen niet meer dan vijf benen hadden.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Zuylichem [= Constantijn Huygens]   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20