Hoofdtekst
Een dief, gecondemneert om 's anderendaegs te hangen, kreeg bekijck van 3 à 4 eerlijcke luyden. R. 'Moet ghij morgen hangen?' 'Ja', antwoorde de cipier. R. 'Waerom?' R. 'Omdat hij soo schrickelijck gestoolen heeft.' 'Dat zijn leugens,' seyde de dief, 'maer omdat ick mij soo sottelijck hebbe laeten vangen.'
Beschrijving
Een paar mensen kwamen een ter dood veroordeelde bekijken. Ze vroegen hem waarom hij opgehangen werd. De cipier zei: " Omdat hij zo verschrikkelijk gestolen heeft." De dief zei daarop: "Dat zijn leugens, het is omdat ik mij stom genoeg heb laten vangen."
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20