Hoofdtekst
De heer Gillis Valckonier, burgemeester tot Amsterdam, wierdt veeltijts na hij van het stadhuys quam van Jan ten Grootenhuysen, een grootsche geck, na huys geconvoyeert. R. 'Wat drommel kan de heer Valckonier voor smaeck in sulcken bloedt vinden, daer hij selver sulcken wijsen man is?' R. 'Hij is misschien met hem verlegen.' R. 'Neen, want ick hebbe wel gesien dat hij self gewenckt heeft.' R . 'Alle liefhebbers seggen dat de paerden best tieren alsser bocken ontrent zijn.'
Beschrijving
De burgemeester van Amsterdam kreeg op weg naar huis vaak gezelschap van een gek. Anderen probeerden te verklaren wat zo'n wijze man met deze sukkel moest. Iemand zei: paarden zijn op hun best als er bokken in de buurt zijn.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Gillis Valckonier   
Jan ten Grootenhuysen   
Naam Locatie in Tekst
Amsterdam   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20
