Hoofdtekst
De heer Joost van Leeuwen was in een geselschap, daer vastgestelt wierdt dat de wereldt hoe langer hoe meer verargerde, maer de heele questie was wie daer oorsaeck toe gaven: de mans of de vrouwen. Evaes nichten bragten heele cabassen vol argumenten om de reputatie van haer sexe te mainteneeren. 'Altemael praetjes', sey Joost, 'ick sal 't u klaer bewijsen datter de vrouwen oorsaeck van zijn.' R. 'Dat hart hebt ghij niet.' R. 'Niet? Daer Sara, dat immers sulcken snibbetje was, die liet aen Abraham niet alleen toe, maer self sij versocht hem daerom, dat hij bij Hagar, haer dienstmaegd, soude onderkruypen. Isser nu wel yemand onder u goedaerdige vrouwtjes, die dat sonder suyr sien souw konnen lijden?'
Beschrijving
Een gezelschap discussieerde erover welk geslacht de schuld had van de achteruitgang van de wereld. De vrouwen verdedigden zichzelf, maar Joost van Leeuwen zei dat het hun schuld was, want Sara had zelf Abraham verzocht om met Hagar te slapen.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Joost van Leeuwen   
Eva Sara   
Abraham   
Naam Locatie in Tekst
Hagar   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20