Hoofdtekst
Als iemant over maeltijt iedereen liet sijne seyde door aerdige gelijckenissen, wasser onder een dame van dertich jaeren die sich al vrij wat hadde laten gebruycken, die hem vroeg wat gelijckenis hij op haer maeckte. R. 'Gij zijt, dunckt mij, als een ouden orgel daer veel pijpen in versleeten sijn.'
Beschrijving
Tijdens een maaltijd maakten de gasten aardige gelijkenissen over elkaar. Er was ook een dame bij, die zich nogal vaak had laten gebruiken. Een heer vond dat die dame als een oud orgel was, waar veel pijpen in versleten waren.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20