Hoofdtekst
Ieder sprack in geselschap van sijn predicanten. Soo seyde daer één op het lest: 'Ackerment, wij hebben sulcken braeven kaerel van een predikant. Hij preeckt bij gut als een jongen duyvel.'
Beschrijving
Mensen bespraken hun predikanten met elkaar. Iemand vond van zijn predikant dat hij erg goed was; hij preekte als een jonge duivel.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20