Hoofdtekst
Vosbos, een Westfelinck, voer voorbij een meulen, daer een meulenaer door uytkeeck. 'Wat ist dat vor ein dinck', vraegde hij. R. "t Is een meulen, of ghij dat niet en wist' R. 'Ne doch, woorlijck ick dacht et were ein gevangenhoes, wijl ick een deef oetkiken sach.'
Beschrijving
Vosbos, een man afkomstig uit Westfalen, vaart voorbij een molen en de molenaar kijkt juist naar buiten. Als Vosbos vraagt wat dat voor ding is, antwoordt zijn gesprekspartner dat het een molen is, dat weet hij toch wel. Daarop zegt Vosbos dat hij toch werkelijk dacht dat het een gevangenis was, omdat hij zojuist een dief naar buiten zag kijken.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Westfelinck   
Naam Locatie in Tekst
Vosbos   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20