Hoofdtekst
'Heer Barlees', seyde iemant, 'hoe komt dat ghij sulck een k.. geck sijt?' 'Jae, domine', seyde hij, 'ick slagt de paerden, die als se eens in een goede herberge geweest sijn niet gaerne voorbij, maer altijt aen willen. Ick ben daeruyt gekomen en hebt er wel gevonden, wil er daerom weer in.'
Beschrijving
Iemand vroeg eens aan de heer Barlaeus waarom hij zo dol was op het vrouwelijk geslachtsdeel. Hij antwoordde dat hij lijkt op de paarden die altijd halt willen houden bij een herberg als ze daar goed verzorgd zijn. Barlaeus merkte vervolgens op dat hij uit een vrouw is gekomen, het daar prima naar zijn zin heeft gehad en er daarom graag weer in wil.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Barlaeus [Barlees] (Casper van Baerle 1619-1673)   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20