Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

OVER0867

Een mop (boek), derde kwart 17e eeuw

Hoofdtekst

Harmen, een verloopen student, klaegde mij dat hem uyt sijn armoe 120 rijcxdaelders gestolen waeren. R. 'Wie heeft het doch gedaen en kunt gij het niet weer krijgen?' R. 'Daer is geen kans toe. Jeremias is de dief en die is soo arm dat hij reutelt.' R. 'Soo heeft hij het van doen gehadt, gij kent noch den ouden regel: Opus pro necesse gaudet ablativo.'

Beschrijving

Harmen, een gesjeesde student, beklaagde zich dat uit zijn schamele bezit 120 rijksdaalders (zilveren munten) zijn gestolen. Degene aan wie Harmen zijn beklag doet, vraagt of hij niet weet wie het gedaan heeft en of hij ze niet terug kan krijgen. Harmen weet weliswaar dat Jeremias de dief is, maar van terugvorderen kan geen sprake zijn: de man is straatarm.

Bron

Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.

Commentaar

Derde kwart zeventiende eeuw

Naam Overig in Tekst

Harmen    Harmen   

rijksdaalders (rijcxdaelders)    rijksdaalders (rijcxdaelders)   

Naam Locatie in Tekst

Jeremias    Jeremias   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20