Hoofdtekst
Een vent stofte schrickelijck van de seven saecken. R. 'Ja, ja, ick geloove dat gij al mede sijt als de rest, dat het u in de mondt geslaegen is, al den bruy, mannen in de kroeg of op straet en jongens in 't bedt.'
Beschrijving
Een man geeft hoog op van zijn huiselijk aangelegenheden. Daarop reageert iemand: 'Jaja, ik geloof dat jij bent als de anderen. De woorden zijn je in je mond geslagen, net als bij die andere mannen in de kroeg, op straat en als bij de jongens in bed.'
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
De uitdrukking 'seven saecken' werd in de zeventiende eeuw gebruikt als algemene uitdrukking voor (huiselijke) beslommeringen. Onduidelijk is of daar in dit geval ook de beslommeringen van de slaapkamer mee bedoeld worden.
De grap zal hier zijn dat de mannen door de vrouwen de woorden in de mond geslagen krijgen, dus dat ze bij de vrouwen onder de plak zitten.
De grap zal hier zijn dat de mannen door de vrouwen de woorden in de mond geslagen krijgen, dus dat ze bij de vrouwen onder de plak zitten.
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20