Hoofdtekst
Maij wierdt voor den rechter beschuldigt van dat sij hoerhuys hiel. 'Ja', sey een joncker, 'ja, ick sal het staende houden.' R. 'Och mijn lieve jonker, soolang als ghij het staende houdt, heeft mijn huys geen noodt van vervallen.'
Beschrijving
Maij wordt aangeklaagd: zij houdt er namelijk een bordeel op na. Een jonker zegt stellig dat hij het staande zal houden (hij bedoelt de beschuldiging). Daarop antwoordt de vrouw: 'Och mijn lieve jonker, zolang u het staande houdt, zal mijn huis (het bordeel) niet in verval hoeven te geraken.'
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Maij   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20