Hoofdtekst
In een groot onweer swoer een jong onervaeren zeeman, dat hem de d[uivel], noch sijn moer niet meer op de vaert soude krijgen. 'Tut tut', seyde stuyrman Michiel Cardon, 'gij soud al mede doen als de rest die de kraemvrouwen slagten, die soo ras als de vrugt ter werelt is, haer pijn strax vergeten.'
Beschrijving
In een grote storm zweert een onervaren zeeman dat hij voor geen goud ooit meer de zee op gaat. Stuurman Michiel Cardon meent dat het zo'n vaart niet zal lopen. Het zal met de jongen wel net zo gaan als met de anderen die hij zo heeft gehoord. Hij vergelijkt ze met barende vrouwen. 'Als de vrucht er éénmaal is, zijn ze hun pijn meteen vergeten.'
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
De manke vergelijking maakt het verhaaltje komisch, want wat is precies de overeenkomst tussen de storm (en het resultaat daarvan) en het baren van een kind?
Naam Overig in Tekst
Michiel Cardon   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20