Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

OVER1374

Een mop (boek), derde kwart 17e eeuw

Hoofdtekst

Joris quam met Dirck ’s ogtens ten 5 uren uyt de kroeg en ging verbij de kerck. R. ‘Weet gij nu raet, Dirk, om al het volck, dat in de vroegpreeck komt te bedriegen?’ R. ‘Neen, ik.’ R. ‘Maer soud gij het wel willen doen?’ R. ‘Niet liever, dat weet gij wel.’ R. ‘Sie daer een corpulente stront, doet daer een onvertzaegden beet in ende spuygt die daerna weder uijt tegen de ring van de kerckdeur, dan sal al het volck seggen de d[uivel] hael de vent die de ring so bescheten heeft, en juyst is het gelogen, want sij sal met stront bespogen sijn.’

Beschrijving

Joris komt met Dirk ’s ochtends vroeg uit de kroeg en komen daarbij langs de kerk. ‘Dirk, heb je een idee om het volk dat naar de dienst komt in de maling te nemen?’ Dat heeft Dirk niet. Daarop vraagt Joris: ‘Maar zou je het wel willen doen?’ ‘Ik zou niets liever doen, dat weet je wel.’ Dan heeft Joris wel een fantastisch plan. ‘Kijk, daar ligt een flinke hoop stront. Als je daar nou een flinke hap van neemt en dat tegen de klink van de kerkdeur aanspuugt, dan zullen de kerkgangers zeggen dat de klink bescheten is. Dat is dan gelogen, want die klinkt is bespogen met stront!’

Bron

Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.

Commentaar

Derde kwart zeventiende eeuw

Naam Overig in Tekst

Joris    Joris   

Dirck (Dirk)    Dirck (Dirk)   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20