Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

WEV013902 - Hekserij.

Een sage (mondeling), maandag 25 juli 1966

Hoofdtekst

Hekserij.
Dit verhaal heb ik van mijn vader. Zelf heb ik ook een vrouw gekend, die de naam had van te kunnen heksen. Ze woonde in de omgeving van Dalfsen. Toen ze later stierf, werd haar dochter er van beschuldigd; deze leeft nu eveneens niet meer.
Er was eens een kind ziek; in het veren bed werden kransen gevonden; toen was het een uitgemaakte zaak, dat de bewuste heks de schuldige was. Gelukkig wisten ze, hoe ze handelen moesten; het middel was algemeen bekend.
De heks komt op zekere dag naar het kind kijken en vraagt:
“Hoe gaat het in godsnaam met de zieke?”
Het antwoord was: “Het zal in godsnaam wel weer genezen.”
Toen de vrouw vertrokken was, ging men als volgt te werk.
Er werd een zwarte kip met witte oorlellen uit het hok gehaald.
Men zocht een ijzeren pot en daar kwam de kip levend in.
Het deksel werd goed vast gemaakt en daarna kwam de pot boven het vuur te hangen. (Men had toen nog haardvuren).
Op deze manier kon men heksen weren.

Onderwerp

TM 3109 - Heksenkrans in kussen    TM 3109 - Heksenkrans in kussen   

TM 3101 - Heks maakt kind (mens, dier) ziek    TM 3101 - Heks maakt kind (mens, dier) ziek   

Beschrijving

Kransen in bed van ziek kind zijn de schuld van heks. Als de vrouw komt vragen hoe het in godsnaam gaat met het kind, is het antwoord dat het kind in godsnaam zal genezen. Als afweer tegen heksen wordt zwarte kip met witte oorlellen levend gekookt.

Bron

Collectie Wever, verslag 139, verhaal 2 (Archief Meertens Instituut)

Commentaar

[MvZ: Betrekking op verhaal 1: Dit verhaal heb ik van mijn vader.

Naam Locatie in Tekst

Dalfsen    Dalfsen   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:21