SINBRABSAG048

No. 48. Tot ongeveer 1850 kon men iederen nacht "de gloeiige" zien in de Strijpsche heid, gaande van de boerderij "den Tegenbosch" naar 't kleine Klotven.
Zeer, zeer lang geleden, wist niemand in die woeste "graute haai" de grensscheiding tusschen Woensel en Strijp. Eindelijk zou een der zeven schepenen van Woensel de grens aanwijzen. De leeperd deed echter eerst zand van Woensel in zijn blokken en lei 'n ronden looden lepel onder z'n klep op 't hoofd. Zoo liep hij steeds verder in de richting van Strijp, tot hij eindelijk staan bleef en zwoer "bij den Schepper hierboven, ik sta nog op Woenselschen grond." Aldus won hij een grooten plak grond voor zijn gemeente, maar zijn straf bleef niet uit. Kort daarop is hij gestorven, en sindsdien waart hij daar rond met gloeiend hoofd. 3)

SINSAG 0195 - Der Grenzsteinversetzer als feuriger Wiedergänger    SINSAG 0195 - Der Grenzsteinversetzer als feuriger Wiedergänger   

Er wordt verteld dat een schepene uit Woensel de grens tussen Woensel en Strijp moest aangeven. Hij deed eerst zand van Woensel in zijn schoenen en legde een loden lepel onder zijn pet. Heel dichtbij Strijp zei hij dat hij nog steeds op grond van Woensel stond en hij zweerde dat bij de Schepper van boven. Voor deze leugen werd hij na zijn dood gestraft: hij moest rond blijven dwalen als een vurige gedaante.

Noord-Brabantsch Sagenboek/ J. R. W. Sinninghe. - Zutphen: W.J. Thieme & Cie. - [1933], p. 42-43.

[1933]

Valt onder hoofdstuk en titel(s): I. Mythologische Sagen: De Daemonen der vier elementen: C. Vuurgeesten: 2. Vuurman.

Bronnen:
3) Cuypers in N. Br. Alm. 1889, blz. 92-93; 193-194. 1890, blz. 254.

Ter verg.: list v.d. grenspaalverzetter. (no. 47, 48, 52). de Cock, VI. S. no. 259. Volksk. XI, 125 vlg. Handwörterb. III, 669-670. (Eid.).

Der Grenzsteinversetzer als feuriger Wiedergänger

Strijpsche hei    Strijpsche hei   

Klotven    Klotven   

Tegenbosch    Tegenbosch   

Woensel    Woensel   

Strijp    Strijp   

2013-03-01 14:46:20