Hoofdtekst
[40.05]
RH: Ja, jullie gaan straks naar de Grote Kerk, daar staat een uhm beeld, dat moet je zeker zien, van de Heilige Gertrudis. […] Het was namelijk zo, het moet rond eh 650 zijn geweest, toen deze streken allemaal nog eh echt heidens waren. Toen heersten dr in Prinsenbeek, dat is een dorpje hier in de buurt waar eh heel veel boeren woonden, nou ja in die tijd was eigenlijk iedereen boer, maar die verbouwden graan, gerst en tarwe en rogge natuurlijk hier in op die Brabantse slechte grond. En rond 16 uhm 650 was daar een eh muizenplaag. Onvoorstelbaar, de muizen die vraten de totale oogst op. Jaar na jaar, en die boeren die boeren hadden alles gedaan ze hadden hun eigen goden aangesproken, ze hadden daar offers voor gebracht, en ze hadden gebeden, ze hadden eh uhm ze hadden tovenaars en tovenaressen uitgenodigd om te proberen die die muizen eh weg te jagen. Maar dat was hun niet gelukt. Maar rond 1650 toen vestigde zich in de buurt van Wirs … uhm van Prinsenbeek een non, de hei ... eh Gertrudis, toen nog niet de heilige, maar gewoon een vrome non, die christen was, christin was en die een God vereerde die deze heidense boeren nog niet kende. Dus ten einde raad gingen ze naar Gertrudis toe, naar die non, en ze zeiden is het niet mogelijk dat jouw God ons zou bevrijden van deze muizenplaag. En Gertrudis in alle vroomheid en nederigheid, zei ze, ik zou bid tot mijn God dat eh jullie verlost worden van die muizenplaag. En ze ging naar de plek toe waar de meeste muizen aanwezig waren en ze sprak ze toe. Ze bad de hele nacht en de muizen verzamelden zich rondom Gertrudis. Met z’n allen zaten ze als het ware in aanbidding naar het gebed van Gertrudis te kijken, te luisteren. En toen het licht werd, toen zei Gertrudis: “Jullie lieve diertjes, jullie zijn voortgekomen uit de aarde, zouden jullie met mij mee willen gaan en weer in de aarde verdwijnen en deze boeren dus verder met rust te laten. En Gertrudis stond op en liep via het nu ‘Gertrudispad’ en de ‘Kapelsteek’ eh ‘Kapelsteeg’, liep ze verder in de richting van Breda en daar verdwenen alle muizen onder de grond. En tot op de dag van vandaag heet die plek de ‘Muizenberg’. En de boeren die dit zagen, bekeerden zich massaal tot het christendom.
IS: En dat beeld van de Heilige Gertrudis dat staat in de Grote Kerk?
RH: Dat staat in de kerk, als je in 't eh priesterkoor staat en met je gezicht naar 't altaar als het ware, dan moet je aan de rechterkant even gaan staan en dan staat links bovenin, staat het Gertrudis beeld. En die staat daar met haar staf en tegen die staf kruipt een muis omhoog.
RH: Ja, jullie gaan straks naar de Grote Kerk, daar staat een uhm beeld, dat moet je zeker zien, van de Heilige Gertrudis. […] Het was namelijk zo, het moet rond eh 650 zijn geweest, toen deze streken allemaal nog eh echt heidens waren. Toen heersten dr in Prinsenbeek, dat is een dorpje hier in de buurt waar eh heel veel boeren woonden, nou ja in die tijd was eigenlijk iedereen boer, maar die verbouwden graan, gerst en tarwe en rogge natuurlijk hier in op die Brabantse slechte grond. En rond 16 uhm 650 was daar een eh muizenplaag. Onvoorstelbaar, de muizen die vraten de totale oogst op. Jaar na jaar, en die boeren die boeren hadden alles gedaan ze hadden hun eigen goden aangesproken, ze hadden daar offers voor gebracht, en ze hadden gebeden, ze hadden eh uhm ze hadden tovenaars en tovenaressen uitgenodigd om te proberen die die muizen eh weg te jagen. Maar dat was hun niet gelukt. Maar rond 1650 toen vestigde zich in de buurt van Wirs … uhm van Prinsenbeek een non, de hei ... eh Gertrudis, toen nog niet de heilige, maar gewoon een vrome non, die christen was, christin was en die een God vereerde die deze heidense boeren nog niet kende. Dus ten einde raad gingen ze naar Gertrudis toe, naar die non, en ze zeiden is het niet mogelijk dat jouw God ons zou bevrijden van deze muizenplaag. En Gertrudis in alle vroomheid en nederigheid, zei ze, ik zou bid tot mijn God dat eh jullie verlost worden van die muizenplaag. En ze ging naar de plek toe waar de meeste muizen aanwezig waren en ze sprak ze toe. Ze bad de hele nacht en de muizen verzamelden zich rondom Gertrudis. Met z’n allen zaten ze als het ware in aanbidding naar het gebed van Gertrudis te kijken, te luisteren. En toen het licht werd, toen zei Gertrudis: “Jullie lieve diertjes, jullie zijn voortgekomen uit de aarde, zouden jullie met mij mee willen gaan en weer in de aarde verdwijnen en deze boeren dus verder met rust te laten. En Gertrudis stond op en liep via het nu ‘Gertrudispad’ en de ‘Kapelsteek’ eh ‘Kapelsteeg’, liep ze verder in de richting van Breda en daar verdwenen alle muizen onder de grond. En tot op de dag van vandaag heet die plek de ‘Muizenberg’. En de boeren die dit zagen, bekeerden zich massaal tot het christendom.
IS: En dat beeld van de Heilige Gertrudis dat staat in de Grote Kerk?
RH: Dat staat in de kerk, als je in 't eh priesterkoor staat en met je gezicht naar 't altaar als het ware, dan moet je aan de rechterkant even gaan staan en dan staat links bovenin, staat het Gertrudis beeld. En die staat daar met haar staf en tegen die staf kruipt een muis omhoog.
Beschrijving
St Gertrudis laat door een gebed muizen in de grond verdwijnen, en verlost boeren van een muizenplaag.
Bron
Letterlijk afschrift van MP3-opname R. Hoondert 18 okt. 2007.WAV
Commentaar
Deel van een interview opgenomen in de Centrale Bibliotheek te Breda
Naam Overig in Tekst
Heilige Gertrudis   
God   
Gertrudispad   
Naam Locatie in Tekst
Grote Kerk   
Prinsenbeek   
Breda   
Brabant   
Kapelsteeg   
Muizenberg   
Plaats van Handelen
Breda   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21