Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

CAPPE01 - Ondanks is 's werelds loon, dat wil zeggen: boen no habi tangi

Een sprookje (), van vrijdag 01 juli 1904 t/m zaterdag 31 december 1904

Hoofdtekst

Ondanks is 's werelds loon, dat wil zeggen: boen no habi tangi.
Er was eens een koning, die een zoon had, dien hij naar Holland heeft gezonden om te gaan leeren.
Doch toen de jongen terugkeerde, zei hij op zekeren dag: "vader, ik wil gaan wandelen, maar liefst alleen," waarop de vader antwoordde: "het is goed mijn jongen, gij kunt gaan."
Den volgenden dag vertrok de jongen, en toen hij achter in den tuin kwam, zag hij daar een dorren vijgeboom, die hem vroeg: "mijnheer, is het waar, dat ondank 's werelds loon is," waarop de jongen antwoordde: "ik weet het niet."
En de vijgeboom zeide: "het is waar, dat ondank 's werelds loon is, want, kijk, ik heb aan uw vader vruchten gegeven, hij heeft mijne vruchten op brandewijn gezet en ze gestoofd. En nu ben ik oud geworden; ik kan niet meer bloeien en nu wil hij mij tot brandhout maken." De jongen erkende de waarheid dier woorden en antwoordde, "gij hebt gelijk."
Toen trok de jongen verder en ontmoette een druivenboom, die aan den jongen dezelfde vraag deed, en toen hij zijne wandeling vervolgde, kwam hij langs een groot vuur met een slang er in, die blijkbaar in angst verkeerde. En ook de slang vroeg aan den jongen, of het waar was, dat ondank 's werelds loon is. De jongen antwoordde niet, maar greep een stok en nam de slang uit het vuur, doch nauwelijks had hij het dier gered of het kroop tegen hem op en slingerde zich om zijn hals. De slang wilde hem dooden.
"Vandaag" roept de jongen, "zie ik nu toch, dat ondank 's werelds loon is, want kijk, ik heb u uit het vuur genomen en nu wilt gij mij dooden."
Doch daar kwam juist een awari [buidelrat] voorbij, die dezelfde vraag tot den jongen richtte, waarop deze antwoordde: "ja het is waar, ondank is 's werelds loon, want kijk, ik heb de slang uit het vuur genomen en nu wil hij mij dooden." "Ga mij wijzen," hervatte de awari, "hoe gij de slang uit het vuur hebt weggenomen," waarna de slang zich weêr om den stok heeft gekronkeld en de awari het beest weêr in het vuur heeft geworpen.
Daarop vervolgt de awari tot den jongen: "laten wij nu heengaan en laat de slang in het vuur blijven." "Goed" antwoordt de jongen, "doch dan moet gij met mij mede naar huis gaan, want ik wil mijn vader en moeder wijzen, wie mij van den dood gered heeft."
Doch de awari antwoordt: "neen, dat doe ik niet, ik ben geen mensch, ik ben slechts een dier," doch de jongen dringt aan en zegt: "gij gaat mee," waarna de awari medegegaan is. Thuis gekomen bij zijn vader en moeder spreekt hij tot de awari: "wel, awari, wat wilt gij nu tot belooning hebben?" "Niets wil ik hebben," antwoordt het dier, "maar als gij mij elken morgen een kip wilt geven, dan ben ik tevreden", waarop de koning zeide: "het is goed; kijk; hier heb ik een hok vol kippen; elken morgen kunt gij er een komen halen."
Maar dit beviel de koningin in het geheel niet; zij riep haar kokkin en sprak tot haar: "morgen moet ge de awari dooden, want zoodoende raak ik al mijne kippen kwijt."
Den volgenden morgen kwam de awari om de beloofde kip te halen, toen de kokkin met een emmer koud water aankwam, die zij over de awari omkeerde. En natuurlijk was de awari dood.
Hevig ontsteld en met heftige gebaren kwam de jongen toesnellen en toen hij daar zijn redder dood zag liggen, riep hij uit: "het is toch een waar spreekwoord: ondank is 's werelds loon, boen no habi tangi."

Onderwerp

AT 0155 - The ungrateful serpent returned to captivity    AT 0155 - The ungrateful serpent returned to captivity   

ATU 0155 - The Ungrateful Snake Returned to Captivity.    ATU 0155 - The Ungrateful Snake Returned to Captivity.   

Beschrijving

Een jongen komt erachter dat ondank 's werelds loon is. Hij redt een slang uit het vuur, maar wordt bijna gedood door de slang. De buidelrat spreekt recht en reconstrueert de situatie: de slang gaat terug in het vuur en blijft daar voor straf. De buidelrat krijgt als beloning de belofte dat hij iedere dag een kip mag komen halen. Maar in werkelijkheid wordt hij gedood.

Bron

H. van Cappelle: Surinaamsche Negervertellingen. in: Elsevier's 14 (1904) 28, pp. 314-327

Naam Locatie in Tekst

Holland    Holland   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20