OVER1463

Op een dorp buyten Hoorn stont een predikant, die wonderlijck geerne dronck en buyten dat van een schandaleus leven was. Yder was hem dieshalven moe en men besloot hem af te setten. R. 'Daer hebt gij geen macht toe, want al dat gij mij te last legt, kont gij niet bewijsen, doch wilt gij er evenwel mee voortgaen, het scheelt mij sooveel niet, maer laet mij de kerckeraedt een goede attestatie verleenen van mijne gerouwe diensten en opregt leven, opdat ik met fatsoen weder een andere bediening mag obtineeren.' Sij, siende dat se met de vent gebruyt waeren, resolveeren daertoe. Hij, dus gewaepent zijnde, sprack niet minder als van gaen en soo wat seggen wilden, leyde haer hunne eygen attestatie voor, sodat sij ten langen lesten gedwongen waeren de vent uyt te koopen.

De inwoners van een dorp buiten Hoorn waren hun predikant, die een schandalig leven leidde, helemaal zat. Zij besloten hem af te zetten. De predikant zou weggaan als hij een getuigschrift zou krijgen, waarin zijn goede diensten en zijn oprechte leven werden vermeld, zodat hij snel aan ander werk zou komen. De inwoners stemden hiermee in en gaven de predikant het getuigschrift. De predikant ging echter niet weg en legde de inwoners hun eigen gemaakte getuigschrift voor, zodat de inwoners de predikant moesten afkopen.

Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991

Derde kwart zeventiende eeuw

Hoorn    Hoorn   

2013-03-01 14:46:20