Hoofdtekst
N. vatte, gins en weer wandelende, sekere juffrou somtijts bij de hand, die sij telckens terug haelde, seggende: 'Ick wil wel met u wandelen en praeten, maer dat tockelen moest af.' R. 'Hoe soo, mejuffrou; wiens mistrout gij, mij of u?' R. 'Ons allebeyde, mijnheer.'
Beschrijving
N. pakte, terwijl hij heen en weer wandelde soms een zeker meisje bij de hand. Zij trok haar hand telkens terug en zei wel te willen wandelen en praten, maar meer ook niet. N. vroeg waarom niet; 'wie vertrouw je niet, mij of jezelf?'. Antwoord: 'Ons allebei niet'.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
N.   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20