Hoofdtekst
Doe de heer Mattheus van den Broeck directeur in Bengalen was, wasser een vent, Melcassum, die voor desen soo een spetie van een inquisiteur was geweest en seer om sijn wreet humeur gehaet was. Van den Broeck wiert hiervan gewaerschouwt, maer vond de man seer beleeft. R. 'Wat is dat te seggen.' R. 'Mijnheer, de man is altoos wel geweest, maer hij heeft een quaed offitie gehad.'
Beschrijving
Een directeur werd gewaarschuwd voor een man die lid van de inquisitie was geweest en die werd gehaat om zijn wreedheid. De directeur vond de man echter zeer beleefd en beweerde dat de man altijd al aardig was geweest, hij had alleen de verkeerde baan gehad.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Mattheus van den Broeck   
Bengalen   
Melcassum   
Inquisitie   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20