Hoofdtekst
Iemant een ander eenich gelt geleent hebbende, maende hem daerover dick-wels, seggende: ' 't Is onbehoorlijck dat men geleent gelt moet eysschen.' 'Dat dunckt mij oock', seyde d'ander, 'en daerom behoort gij daervan stil te swijgen.'
Beschrijving
Iemand had een ander geld geleend en vroeg hem dikwijls om terug te betalen. Hij zei dat het onbehoorlijk was om steeds over geleend geld te moeten zeuren. De ander antwoordde hierop: 'Dat is het zeker, daarom moet je er ook over zwijgen.'
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20