Hoofdtekst
Iemant aen een juffrou vraegende of sij niet wist waer Vogel woonde, soo antwoorde sij: 'Neen.' Hij daerna weder voorbij het huys comende, soo vraegde sij hem of hij terecht geraeckt was, waerop hij 'ja' antwoorde. Sij daerover verwondert sijnde, soo seyde hij: 'Ick most bij Vinck sijn. Ick wist wel dat het een vogel was.' Waerop sij antwoorde: 'Dat geloove ick wel, dan sout gij mij lang gevogelt hebben, eer ick op Vinck gedacht hadde.'
Beschrijving
Iemand vroeg aan een vrouw of zij wist waar Vogel woonde. Zij wist dit niet. Toen de man later weer langs de vrouw kwam vroeg zij of hij hem gevonden had. Het verwonderde haar dat de man ja zei. De man legde uit dat hij bij Vink moest zijn, maar dat hij alleen nog had geweten dat het een vogel was. De vrouw antwoordde: 'U zou mij allang gevogeld hebben voordat ik had aan Vink had gedacht.'
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Vogelen betekent bespringen of het paren van mensen en dieren.
Naam Locatie in Tekst
Vogel   
Vink   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20