Hoofdtekst
Iemant een boerin een kus gevende, klaegde dat haer lange neus hem vrij wat in de weegh stont. 'Wel, mijheer', seyde sij, 'kust mijn posterianus, daer hebbe ick geen neus.'
Beschrijving
Iemand die een boerin een kus gaf, klaagde dat haar lange neus hem in de weg zat. De boerin antwoordde: 'Dan kus je toch gewoon mijn achterwerk, daar heb ik geen neus.'
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20