Hoofdtekst
Seecker man stack 100 gulden bij sich, met meeninge om een groote moolesteen te gaen kopen. Hij ging tegens den avont uyt ende na 2 uyren gaens ter plaetse gekomen zijnde daer hij wesen wilde, sach hij dat al de luyden al te bedde waeren en meteen oock datter een schoone moolesteen op een schouwtje lag. De occasie soo dienstigh siende, wierdt te rade de molesteen na sijnent te voeren, als hij oock dede. Maer onderwegen sag hij geen kans hoe hij deselve uyt het schouwtje soude krijgen, om dat voor de moolen, daer het gelegen hadde, weder te brengen. Hij bedacht dat het haest vloeyen soude, voer derhalven onder een brugge, bleef daer soolang leggen tot de vloet sijn schouwtje tot de boog van de brug verhief. Hij, niet luy, nam stracx een touw, maeckte dat aen de ring van 't verwulft vast, en stack de rest van het touw door het gat van de moolesteen ende wachte doe soolang tot het een weynich begon te ebben, voer doe na sijn werf, alwaer hij sijn eygen schuyt haelde, bragt daerna het schouwtje op sijn eygen plaets en voer met sijn vaertuyg onder de voornoemde brug, alwaer hij weer na de vloed bleef wachtende, die oock sijn schuyt in korten soo hoog dreef dat hij bequaem was de molesteen t' ontfangen. Doe dede hij het touw los en bragt se soo voort, doe het weer een weynig begon te ebben, aen sijn werf. De steen wiert 's anderendaegs gemist en 'r wierd uytgevonden waer sij was, men kreeg hem bij de kop. Die bekende en vertelde hoe het geschiet was, welcke aerdicheyt de schepenen bewoog dat sij hem sonder schandael vrij lieten. (geregistreert in schepenenboeck van Dort.)
Beschrijving
Een man ging op pad met honderd gulden om een molensteen te kopen. Toen hij bij de molen aankwam, sliep iedereen maar lag er wel een mooie molensteen in een bootje. De man voer met het bootje weg, en wilde de molensteen uit het bootje krijgen zodat hij het weer terug kon brengen. Hij voer onder een brug en wachtte op de vloed, waarop hij een touw aan het gewelf vastbond, waar hij de molensteen aan bond. Met eb voer hij door naar zijn werf, bracht het bootje met zijn eigen schuit terug en ging weer onder de brug liggen. Toen het water weer hoger stond knoopte hij de molensteen los en bracht hem naar huis. De volgende dag werd het ontdekt, maar de schepenen vonden het zo'n leuk verhaal dat ze de man weer vrij lieten.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Locatie in Tekst
Dort   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20