Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

BLECOURTNB0110 - 2.64. Een spokende hond te Bergeik

Een sage (boek), 1892

Hoofdtekst

2.64. Een spokende hond te Bergeik
Geen spook te Bergeik schijnt in de eerste helft dezer eeuw zoo menigmaal ontmoet te zijn dan dat hetwelk tusschen het dorp en de Broekstraat, ofwel noordwaarts dit gehucht aan het binnenpad, des nachts de voorbijgangers verschrikte. Moeste ik al de gevallen hiervan meedeelen, dan zou ik gewis al te lang zijn. Daarom zal ik maar van eenige spreken.
Eens kwam iemand 's nachts aan de zandkuilen, reeds vele jaren een eikenbosch, en zag daar het spook. Beangstigd keert hij naar Willem Schippers in de Broekstraat, die tegenover deze plaats, op een paar mlnuten afstands woonde, en verzoekt dezen vriend te willen opstaan en met hem wat mede te gaan. Dit geschiedde. Toen zij nu de gevreesde plaats, zonder het spook te ontmoeten, een goed eind voorbij waren, vervolgde de eerste zijnen weg dorpwaarts en Schippers ging naar huis. Maar hoe ontstelde hij korts daarna! Eene gedaante als van eenen hond zweefde over den grond vóór en bezijden hem en verliet hem niet. Wanneer hij zijn huis genaderd was, zag hij het spook over de straat voorbijgaan en terzelfder tijd hoorde hij eene geweldige beweging in de eikenboomen die aan de overzijde der straat staan. Geen mensch zou kunnen vertellen wat duivelsch rumoer daarin al omging.
Schippers die anders altijd gedienstig was om menschen te vergezellen, heeft zulks na dezen nacht, in den donkere, niet meer durven doen.
Goris Hendriks en Francis Daris die zeer veel samen uitgingen om fissen of bunsings te vangen, kwamen op zekeren avond van het Loo, om naar hunne woning weer te keeren. Nabij het van ouds genoemde Kapelleboomke, zag Goris, die met den helm geboren was, een zeer grooten hond hen tegemoet komen. Goris zei zulks ontsteld aan zijnen makker, doch deze, niet met eenen helm ter wereld gekomen, kon hem niet bespeuren. Dit was gelukkig voor den hond, want Daris had reeds zijn mes uit de scheede getrokken en dreigde hem te steken. Hierom nam de hond eene andere richting, en ging bezijden en daarna achter de beide gezellen. Deze sloegen vervolgens het kerkpad en de hond de gewone straat in. Hij had eenen steert, een gansch spookachtig voorkomen en brulde vreeselijk. Dat hoorde Daris maar al te goed.
Arnold van der Meiden deed met eenen buurman 's nachts de wacht en rustte wat tegen den eikenwal, niet verre van de plaats, waar het spook zijnen schuilhoek schijnt te hebben, toen zijn gezel, die naast hem stond, zeide dat hij het zag aankomen. Nu kwam het vlak vóór hen doorgegaan, zoodat zij goed konden onderscheiden, dat het er uitzag als een grijze hond, zonder beenen, die over den grond heenzwierf. Nu gingen zij het nieuwsgierig maar in schrikkelijken angst tot aan de eerste huizen des dorps na, waar het den molenweg insloeg.
G. Aarts en veel andere personen zijn door dit spook een groot eind weegs vergezeld geworden. Niemand heeft het persoonlijk kwaad aangedaan, doch velen een schrikkelijken angst op het lijf gejaagd.

Onderwerp

SINSAG 0333 - Spuktier erschreckt Wanderer (und begleitet ihn).    SINSAG 0333 - Spuktier erschreckt Wanderer (und begleitet ihn).   

Beschrijving

Aantal gevallen van ontmoetingen met een spookhond die mensen vergezeld en lawaai maakt of vreselijk brult.

Bron

Willem de Blécourt, Volksverhalen uit Noord Brabant, Utrecht [etc.]: Het Spectrum, 1980. p. 73-74

Motief

E251.2 - Vampire brought to life.    E251.2 - Vampire brought to life.   

F401.3.3 - Spirit as black dog.    F401.3.3 - Spirit as black dog.   

E402.1.4 - Invisible ghost jingles chains.    E402.1.4 - Invisible ghost jingles chains.   

Commentaar

1892
Motief: E251.2 Ghost of dog; vgl. F401.3.3 Spirit as black dog; E423.1.1.1.b Ghostly black dog; E402.1.4 Invisible ghost jingles chains.
OV IV: 214-215, BB: 421- 422. Bewerking Kleyntjes & Knippenberg 1926: 51-52; Sinninghe 1933: 75-76 (no. 99), 1964: 57; Biemans 1973: 55-57. S.S333.1.
2. De archeologie van het vertellen. Verhalen uit de Kempen
Opgetekend, verzameld en bewerkt door Petrus Norbertus Panken. Panken werd geboren te Duizel op 6 september 1819. Hij was vanaf 1840 tot 1863 onderwijzer te Westerhoven en na zijn pensionering brievenbesteller te Bergeik, waar hij op 20 juli 1904 overleed. Hij was een pionier op het gebied van de Noordbrabantse archeologie, daartoe o.a. geïnspireerd door C.R. Hermans (zie Biemans 1977). Een uitgebreide biografie van hem werd geschreven door Hein Mandos (1971). Zijn verhalen werden gepubliceerd in het Tijdschrift voor Noordbrabantsche Geschiedenis, Taal- en Letterkunde (TNG) I (okt. 1883 -okt. 1884) II (okt. 1884-okt. 1885), III (okt. 1885-okt. 1886) en in Ons Volksleven (OV) IV (1892), V (1893). Van de publicaties uit Ons Volksleven verscheen in 1893 een overdruk. Zijn Bergeikse verhalen verschenen bovendien in de Beschrijving van Bergeik (BB), dat hij samen met A.F.O. van Sasse van Ysselt schreef (1900).
Zijn handschriften, waaronder een Autobiografie of Eigen Levensbeschrijving en een dagboek zijn te raadplegen in het streekmuseum Eicha te Bergeik.
Spuktier erschreckt Wanderer (und begleitet ihn)

Naam Overig in Tekst

Willem Schippers    Willem Schippers   

Schippers    Schippers   

Goris Hendriks    Goris Hendriks   

Francis Daris    Francis Daris   

Kapelleboomke    Kapelleboomke   

Arnold van der Meiden    Arnold van der Meiden   

G. Aarts    G. Aarts   

Naam Locatie in Tekst

Bergeik    Bergeik   

Broekstraat    Broekstraat   

Loo    Loo   

Goris    Goris   

Daris    Daris   

Plaats van Handelen

Bergeik (Noord-Brabant)    Bergeik (Noord-Brabant)   

Kloekenummer in tekst

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20