Beschrijving
(a) De duivel zal in één nacht, (a1) binnen 3 dagen, een boerderij (schuur) (laten) bouwen, (b) voor de haan kraait, (b1) voor het licht wordt, (c) in ruil voor de ziel van de boer, (c1) boerin, (c2) voor een man wiens ziel hij eerder al gekocht heeft [M211.2]. (d) De boer ondertekent het contract met zijn eigen bloed [M201.1.2]. (e) De duivel benadert hem als heer [G303.3.1.2], (e1) man [G303.3.1], (e2) zwarte gedaante [G303.3.1.6], (f) maar wordt herkent aan zijn bokkepoot [G303.4.5.1]. (g) De boer en zijn vrouw kunnen die nacht niet slapen vanwege het lawaai dat de duivel en zijn trawanten bij het bouwen maken. (h) De boer vertelt zijn vrouw (nu) van het contract. (i) De boerin, (i1) boer, drijft vlak voor de dageraad de duivel (en de zijnen) op de vlucht, (j) door een haan na te bootsen, waarop hun haan (en/of de hanen en in de buurt) begint (beginnen) te kraaien, (j1) hun haan tot kraaien te brengen [G303.16.19.4], (j2) zelf zo mooi te kraaien dat de duivel denkt dat het een echte haan is [G303.16.19.4.1]. (k) Ook zonder bedrog van de kant van de boer(in) lukt het de duivel niet op tijd klaar te komen. (l) De duivel was klaar op een of beide uileborden na. (m) Zolang de schuur gestaan heeft, heeft hij niet toegestaan dat deze (die) geplaatst werd(en) [G303.14]. (n) Daarom heeft men i.p.v. de gewone houten, stenen uileborden op de schuur gezet. (o) De boerderij heet sindsdien De (it) stiennen Uleboerd(en) (de (het) stenen uilebord(en)). (p) Hij staat (stond) onder Engelum, (p1) Boer (De Hoanne (de haan)), (p2) Harlingen (Bolta-State), (p3) Heidenschap (De Pankoeken), (p4) Gauw, (p5) Goïngamieden, (p6) Swichum, (p7) Warga, (p8) Veenklooster, (p9) achter Leeuwarden, (p10) deze kant Groningen [K210].
Subgenre
sprookje
Literatuur
R.S. Roarda, Ut de âlde doaze. Z. pl., z.j. 26-29
Boberg 1955
Peuckert 1975 398-401
Sinninghe 1943 105 nr. 853
I. Talofl, in: EM I 1393 1397
De Vries 1933 68-70. Y. Poortinga, in: IB 35 (1973) 113.