Hoofdtekst
Daar was een vrouw, die haalde meel van haar buurvrouw.
"Dag," zei ze, "vrouw," zei ze, "mijn," zei ze, "man," zei ze, "zal," zei ze, "wel," zei ze, "betalen," zei ze.
Daar bakte ze pannekoeken van. Toen kwam er een kat aan die een gouden ring aan de poot had. Toen dacht ze: je bent zeker een kol, snee zijn poot af en wierp hem met kokende olie. Den volgenden dag vroeg ze hoe het met buurvrouw was. Deze lag ziek te bed met een zeere hand en verbrand lichaam.
"Dag," zei ze, "vrouw," zei ze, "mijn," zei ze, "man," zei ze, "zal," zei ze, "wel," zei ze, "betalen," zei ze.
Daar bakte ze pannekoeken van. Toen kwam er een kat aan die een gouden ring aan de poot had. Toen dacht ze: je bent zeker een kol, snee zijn poot af en wierp hem met kokende olie. Den volgenden dag vroeg ze hoe het met buurvrouw was. Deze lag ziek te bed met een zeere hand en verbrand lichaam.
Onderwerp
SINSAG 0621 - Die Frau backt Kuchen   
Beschrijving
Nadat een vrouw pannekoeken heeft gebakken van geleend meel van de buurvrouw, komt er een kat met een gouden ring om een poot. Ze denkt dat het een heks is, snijdt een poot af en gooit kokende olie over de kat. De volgende dag blijkt de buurvrouw een zere hand en brandwonden te hebben.
Bron
Collectie Bakker (Archief Meertens Instituut)
Commentaar
[1899]
Voor een gepubliceerde versie zie CBAK0544.
Die Frau backt Kuchen. Sie leiht Butter von ihrer Nachbarin, die sie in Tiergestalt verspottet. Das Tier wird durch heisses Wasser (Teig) verbrüht; die Nachbarin zeigt Brandwunden.
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21