Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

CBAK0379

Een sprookje (mondeling), donderdag 02 april 1903

Leonardo_Diffusion_XL_a_facade_stone_with_a_threemasted_sailin_2.jpg

Hoofdtekst

Zoo vertelde heer Schuurman ook van een kapitein Van Arkel, aldus genaamd naar zijn schip dat Arkel heette. Die was op een goede dag in de herberg an 't biljarten, toe een jodejongen kwam die partoet wou hebben dat ie wat koopen zou.
Op lest zei de kaptein: "Wat moet ik voor je heele mussel geven?"
"Dertig gulden," zei de jodenjongen.
"Geef maar op het heele hussie," zei de kapitein.
En de jodenjongen vroolijk en blijd weg.
Jaren der na was de kapitein weer op reis, toe ie kort bij een vreemd land schipbreuk leed en strandde. Wáár dat nou precies was, weet ik niet meer, want vroeger had je zoo véél van die vreemde landen. Om kort te gaan: zullie gongen in een sloep en roeiden naar de stad. Ze lope maar ders zoo, want geld om in een herberg te gaan hadden ze niet.
Opiens zaggen ze een voornaam rijkeluishuis waar in de gevel een stien was an ebrocht, waarop stond heurlui schip en der onder De kapitein van Arkel.
"Deer moet ik meer van weten," zei de kapitein, dat hij belde an.
Hij wier binnen elaten, vertelde wie ie was en hoe het nou mogelijk was dat zijn schip en zijn naam in een vreemd land in een gevelsteen gebeiteld konden wezen.
"Dan zel ik meneer roepe," zei de lakei of knecht - nou dat doet er ook niet toe.
En wie was dat nou, die mijnheer? Niemand anders dan de jodenjongen. Vanaf dat de kapitein zijn mars gekocht had, was ie gaan handelen, al rijker en rijker geworden, naar een vreemd land gegaan en nou had ie tot herinnering en uit dankbaarheid de steen laten plaatsen. Nou, de kapitein werd natuurlijk goed onthaald. Kreeg een nieuw schip en kon zoo weer na huis toe.
(D. Schuurman)

Onderwerp

VDK 0942* - De dankbare bedelaar    VDK 0942* - De dankbare bedelaar   

SINAT 0845* - Belohnte Mildtätigkeit    SINAT 0845* - Belohnte Mildtätigkeit   

Beschrijving

Kapitein koopt de hele handel op van een jonge joodse venter. Jaren later strandt zijn schip bij een vreemd land, waar ze aan land gaan. In de stad ontdekt hij op een voornaam huis een gevelsteen met een schip en een opschrift dat naar hem verwijst. Het blijkt het huis van de jonge venter te zijn die handelend steeds rijker is geworden en in het vreemde land als herinnering en uit dankbaarheid de steen had geplaatst. De kapitein krijgt een nieuw schip om naar huis te kunnen gaan.

Bron

Collectie Bakker (Archief Meertens Instituut)

Commentaar

2 april 1903
In deze sprookjesvariant is de bedelaar vervangen door een joodse marskramer.
(Boekenoogen leest 'mazzel' i.p.v. 'mussel')
De dankbare bedelaar

Naam Overig in Tekst

Schuurman    Schuurman   

Van Arkel    Van Arkel   

De kapitein van Arkel    De kapitein van Arkel   

Naam Locatie in Tekst

Arkel    Arkel   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:21